Alain Van Hiel, politiek psycholoog en professor aan de Universiteit Gent, gaf recent een interview aan Knack. Hij hekelt hierin de linkse dominantie in de sociale wetenschappen en het gebrek aan zelfinzicht van het politieke systeem.
Van Hiel publiceerde recent het boek ‘Links vs Rechts: De mens achter de ideologie‘, waarin hij de verschillen en gelijkenissen tussen rechtse en linkse mensen wil ophelderen. Hij omschrijft zijn vakgebied als een “links walhalla”, dat te streng is voor het conservatieve gedachtegoed. “Rechts is veel te lang door politiek psychologen met een scheef oog bekeken, terwijl links nooit met dezelfde kritische geest werd onderzocht”, sprak hij in het interview.
Onttroning van de superioriteit van links
Die ontwikkeling is volgens hem te wijten aan het negatieve sentiment omtrent alles wat rechts was in de periode kort na de Tweede Wereldoorlog. “Mijn boek is niet zozeer een rehabilitatie van rechts, wel een onttroning van de superioriteit waarvan we lang hebben gedacht dat links ze had”, aldus Van Hiel. “Links blijk namelijk vaak op identiek dezelfde manier te functioneren als rechts: de linkerzijde moet zeker niet voor rechts onderdoen als het gaat over vijandigheid tegenover een politieke tegenstrever.”
Aangezien de meerderheid van de psychologen links is, leidt dat volgens hem tot “blinde vlekken”, zodat de selectie van de onderzoeksonderwerpen gekleurd is. “Daar komt bij dat onderzoek waarin eerdere conclusies worden bevestigd veel sneller gepubliceerd raakt dan onderzoek waarin nieuwe of andere bevindingen staan”, vervolgde Van Hiel. “Het was dus lang een struggle om papers gepubliceerd te krijgen die niet vriendelijk zijn voor links, want ze bevestigen niet wat de meeste wetenschappers denken. Er is onderzoek gevoerd naar het gedrag van wetenschappers, en de resultaten zijn soms hallucinant. Een stevig percentage van hen geeft toe dat ze rechtsere projectvoorstellen niet snel zullen goedkeuren.”
“Bezorgdheden moeten ernstig genomen worden”
Wat het politieke landschap betreft, is de professor allerminst verbaasd over het lage vertrouwen bij de bevolking. “Radicale kiezers zijn cynisch en boos, en ze zetten zich af tegen het establishment. Het vertrouwen in het politieke bedrijf is zeker bij die mensen superlaag. Vroeger kwamen verkopers van tweedehands auto’s steevast het slechtst uit enquêtes die naar vertrouwen peilden, vandaag zijn het politici. Dat is verschrikkelijk, en ik heb het idee dat veel politici dat niet beseffen. De barometer staat in het rood”, waarschuwt Van Hiel.
De afwijzende houding van die kiezers tegenover het politieke systeem stamt volgens hem dan ook deels uit een gebrek aan debat over enkele prangende discussiepunten. “Hun bezorgdheden – of het nu gaat over migratie of over de hyperglobalisering – moeten ernstig genomen worden, of we nu graag horen wat ze te zeggen hebben of niet”, besluit hij. “Het beleid moet anders, maar misschien moeten politici van traditionele partijen zich ook wel eens excuseren voor de fouten die ze in het verleden hebben gemaakt.”