Bij het begin van de zomer kwam naar boven dat Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen op eigen houtje had onderhandeld met de CEO van Pfizer. De Europese Unie sloot daarna een miljardencontract met de farmareus voor de levering van COVID-19-vaccins. Die werkwijze lijkt te botsen met alle principes van openbaarheid van bestuur. Bovendien bestaan er ook heel wat inhoudelijke vragen rond het omstreden akkoord. Von der Leyen wil de communicatie van toen echter niet vrijgeven, ook niet aan de Europese Rekenkamer.
De Europese Unie sloot een contract af met BioNTech/Pfizer voor 1,8 miljard dosissen van het coronavaccin. Dit kwam na een mislukte vaccinatiecampagne met het vaccin van AstraZeneca. Het nieuwe contract met Pfizer bleek tot stand te zijn gekomen via sms’jes tussen Ursula von der Leyen en Albert Bourla. Al in januari oordeelde de Europese ombudsvrouw Emiy O’Reilly dat von der Leyen haar sms’en openbaar moest maken. O’Reilly sprak hierbij van “wanbestuur”. Von der Leyen zei toen dat ze de berichten niet meer kon vinden en de kous leek af.
Nochtans bestaan er heel wat vragen rond het akkoord. De EU betaalde aanvankelijk 15,50 euro per dosis. Na de deal liepen de kosten zelfs op tot 19,50 euro per dosis. Burgerrechtenorganisaties wijzen er echter op dat volgens berekeningen van het Imperial College uit Londen één enkele dosis van het vaccin nog geen 3 euro kost. Pfizer zou zo dus miljarden winst gemaakt hebben aan de coronavaccins.
Pfizer sloot 73 contracten af rond de verdeling van zijn vaccin, maar volgens Transparency International, raakten er slechts vijf daarvan gepubliceerd. Ook daaruit waren aanzienlijke delen geschrapt. “In de onderzochte contracten bleken de belangen van Pfizer consequent boven de eisen van de volksgezondheid geplaatst te zijn”, aldus Transparency International.
Europese Rekenkamer
De zaak is intussen ook bij de Europese Rekenkamer gekomen en die is kritisch voor von der Leyen. “De Commissie heeft haar aanbestedingsproces nog niet getoetst of gebenchmarkt om daaruit lering te trekken voor toekomstige verbeteringen”, zo klinkt het in het rapport over de aankoop van de vaccins. De Rekenkamer constateert verder dat er geen evaluatie is geweest van het aankoopproces, hoewel dit een ongeziene operatie was. Nochtans zijn er heel wat vragen over het late tijdstijp van aankoop – de EU liep maanden achter op de VS en het VK – als over de hoge prijzen.
De Rekenkamer vroeg bij de Commissie ook informatie over de voorbereidende onderhandelingen, onder meer via geraadpleegde wetenschappelijke deskundigen en ontvangen advies, het tijdsschema van de besprekingen, verslagen van de besprekingen en details over de overeengekomen voorwaarden. “We hebben echter niets ontvangen”, zo staat te lezen. Een ander probleem is dat de stuurgroep midden maart 2021 overeenkwam een vergadering te plannen om de wetenschappelijke aspecten van de vaccinatiestrategie voor 2022 te bepalen. Deze vergadering vond echter nooit plaats.
De rechtbank kan de Commissie niet dwingen de ontbrekende informatie vrij te geven. Maar het Europees Parlement kan via zijn begrotingscommissie misschien meer bekomen. In oktober moet Bourla, de CEO van Pfizer, naar het Parlement komen. Datzelfde Parlement stemde eerder al voor een ontheffing van de intellectuele eigendomsrechten rond de coronavaccins.