Vlaams minister van Financiën Matthias Diependaele (N-VA) stelde vorige week de nieuwe subsidiedatabank voor. De Vlaamse subsidiecultuur toont dat niet alles wat we zelf doen, we ook beter doen.
Jaarlijks geeft de Vlaamse overheid niet minder dan 12 tot 14 miljard euro aan subsidies uit. Dat is ongeveer een vierde (!) van de totale Vlaamse begroting van 50 miljard euro. Uiteindelijk viel wel te achterhalen wat er allemaal gesubsidieerd werd, maar van enig overzicht was tot voor kort weinig sprake. Dit had behoorlijk kafkaiaanse gevolgen, zoals verschillende departementen die zonder ervan de hoogte te zijn dezelfde projecten subsidieerden.
De subsidiedatabank die vorige week door Vlaams minister van Financiën Matthias Diependaele (N-VA) werd voorgesteld had er eigenlijk al veel langer moeten zijn: het stond vorige legislatuur al in het regeerakkoord, maar lag lange tijd stof te vergaren. De fraudezaak rond de twerkende blauwe graaipoedel Sihame El Kaouakibi gaf het project echter een nieuwe, broodnodige impuls. Dit alles neemt niet weg dat het om een lovenswaardig initiatief gaat, want eindelijk krijgt de burger makkelijk inkijk in waar (een groot deel van) zijn belastinggeld precies naartoe gaat.
Kerntakendebat
Hoe valt die Vlaamse subsidie-ijver te verklaren? Een veelgehoord argument is dat subsidies een van de weinige echte beleidsinstrumenten zijn die de Vlaamse overheid in handen heeft, een gevolg van de kierewiete staatsstructuur van dit land. Dat kan misschien kloppen, maar het maskeert eigenlijk waar het echt om zou moeten gaan: het kerntakendebat. Het is niet omdat je ergens geld aan kán uitgeven, dat je er ook geld aan moét uitgeven.
Diependaele zette bij de voorstelling van de databank zelf de toon: “In Vlaanderen is de reflex: gaat iets goed? Geef er dan geld aan. Gaat iets slecht? Geef er dan ook geld aan. Terwijl de overheid zich net moet afvragen of het wel altijd haar taak is om met geld over de brug te komen.”
Colombian butt lift
De ridicuulste voorbeelden, zoals subsidies voor bachbloesemtherapie, opleidingen tot paardenfluisteraar en een cursus ‘Colombian butt lift’ van Lesley-Ann Poppe, werden al op de nodige spot onthaald nadat ze opgemerkt werden door Open Vld-Parlementslid Maurits Vande Reyde. Maar men kan zich ook afvragen of vluchtelingenorganisaties, multiculturele en LGBT-verenigingen (de politieke kleur is van geen tel, maar van rechtse organisaties zijn nu eenmaal minder voorbeelden te vinden) of postmoderne dans- en theatergezelschappen een nuttige besteding van belastinggeld zijn.
Hopelijk kan de burger daar, met behulp van de nieuwe databank, nu eindelijk zelf over oordelen. De Vlaamse subsidiecultuur bewijst tot nu toe jammer genoeg niet dat wat we zelf doen, we ook beter doen. Het toont alleen aan dat we voorlopig veel geld hebben om te verspillen.