Vlaamse topondernemer gehuldigd als ‘Nieuwe Vlaamse Meester’ door Pro Flandria
Zaterdag 1 oktober vierde Pro Flandria, het netwerk van Vlaamse ondernemers en academici, zijn twintigste verjaardag. In het Vlaams Parlement organiseerde de organisatie een academische zitting met als thema ‘De creatie van onafhankelijke staten binnen Europa’. Het tweede deel van de lezing had als thema ‘Het belang van internationale contacten voor Vlaanderen’. In het laatste deel, met als thema ‘Economische opportuniteiten in onafhankelijke staten’ werd Katoen Natie-topman Fernand Huts gehuldigd als ‘Nieuwe Vlaamse Meester’.
Pro Flandria, dat ijvert voor een zelfstandig en democratisch Vlaanderen waarin de vrije markt als economisch model vooropstaat, hoopt niet nog eens twintig jaar te moeten wachten op die Vlaamse autonomie, zeker nu het federale niveau steeds meer geblokkeerd raakt.
“Het meest recente colloquium van juli dit jaar over het economisch en democratisch deficit in dit land was plots ook wereldnieuws in Vlaanderen, omdat een gewezen federale minister (Koen Geens, red.) het aandurfde te herhalen wat we al lang weten, namelijk dat er op federaal vlak geen enkele belangrijke wijziging of besparing gerealiseerd kan worden én dat Wallonië in feite de laatste socialistische enclave is binnen Europa. Met Vlaanderen als bank die niet leent, maar geeft”, aldus Pro Flandria-voorzitter John Dejaeger.
“Cash-burner” Wallonië
Dat laatste is ondenkbaar in de ondernemingsfilosofie van Fernand Huts, die als ‘Nieuwe Vlaamse Meester’ gehuldigd werd en de Vlaamse en Belgische politici wel enkele lessen wilde meegeven.“Het is op dit ogenblik niet duidelijk waar de diverse politieke partijen naartoe willen. Wat is hun blauwdruk voor de toekomst van België, van Vlaanderen, van Wallonië?”, vraagt Huts zich af. Maar vanuit zijn ervaring als ondernemer had hij enkele ideeën die voor Vlaamse politici weleens nuttig zouden kunnen zijn. “De vele bedrijven van de groep Katoen Natie-Indaver zijn zeer autonoom”, zo verklaart hij. “Ze nemen hun beslissingen zelf, maar vooral: ze zorgen zélf voor hun financiële onderbouwing. Onze ervaring leert dat we geen geld – ik herhaal, géén geld – moeten steken in bedrijven die economisch niet op hun eigen benen kunnen staan. Dat zullen altijd cash-burners, cash-eters zijn en blijven.” Fernand Huts suggereert dat deze bedrijfsfilosofie ook enige politieke relevantie heeft. Het zuidelijke landsdeel zou voor Vlaanderen immers altijd een cash-burner blijven.