Hij is een van de nieuwe jonge goden van de Parti Socialiste met een eigen mening. Maar toch buigt hij altijd nederig het hoofd voor de echte grote Waalse baas, Paul Magnette. Pierre-Yves Dermagne (41) spreekt keurig Nederlands en levert inspanningen om dat nog te verbeteren. Hij noemt zichzelf een overtuigde, maar pragmatische regionalist “zonder vlaggen of schilden”, maar vindt wel dat prioritair de sociale zekerheid op het Belgische niveau moet blijven. Over de rest kan wel ‘gesproken’ worden, wat dat ook moge betekenen. En het is wat ondergesneeuwd geraakt, maar kort na zijn aanstelling als minister verklaarde hij zelfs “republikein met respect voor het huidige systeem” te zijn. “Ik kan er niet bij dat sommigen door geboorte meer rechten hebben dan hun landgenoten”, zei hij ooit in La Libre. Het had zo uit de mond van een N-VA’er kunnen komen.
In interviews beweert hij voorstander te zijn van een nieuwe staatshervorming, maar het is vaak net zijn eigen partijtop die op de rem gaat staan. Ook al staat in het regeerakkoord dat deze regering zo’n hervorming moet voorbereiden, toch beweegt er niets. Een top-grondwetspecialist trekt zelfs de deur achter zich dicht op het kabinet van minister Verlinden – mee bevoegd voor Institutionele Hervormingen – omdat hij vindt dat inspanningen uit Vlaanderen daaromtrent geblokkeerd worden door de Franstaligen, zowel vanuit de MR als de PS.
Blitzcarrière
Hij studeerde rechten aan de UCL en werd advocaat. Als snel werd hij cabinetard, onder meer als adjunct-kabinetschef van Waals minister Philippe Courard en adviseur van Waals minister Eliane Tillieux, de huidige Kamervoorzitster. Toen hij in 2006 provincieraadslid werd, startte zijn eigen politieke carrière. Vanaf dan ging het snel en zou hij als een sprinkhaan van de ene mooie job naar de andere springen. In 2012 werd hij gedeputeerde tot in 2014, want toen werd hij verkozen in het Waalse Parlement en dat van de Franse Gemeenschap. Sinds 2010 is hij ook gemeenteraadslid in Rochefort en van 2012 tot 2018 eerste schepen. In december 2018 werd hij burgemeester. Ondertussen werd hij in 2017 voor een half jaar Waals minister onder Magnette, wat hij opnieuw werd in 2019 onder Di Rupo. De weg was geplaveid en zijn broodje was gebakken, want in oktober 2020 trad hij aan als vicepremier en minister van Werk en Economie. Dat hij een blijver zou zijn voor de PS, stond in de sterren geschreven.
Minister van Liever-geen-werk
Als minister van Werk vindt hij dat het arbeidsrecht federaal moet blijven, maar dat het arbeidsmarktbeleid omwille van de vele overlappingen tussen de verschillende niveaus best geregionaliseerd wordt. Maar het blijft bij mooie woorden. In Vlaanderen is men ervan overtuigd dat als men moet wachten op federale initiatieven, men nog lang kan wachten. Ook al stelt de federale regering dat er tegen 2030 een werkgelegenheidsgraad van 80 procent moet zijn, toch stelt men in Vlaanderen dat men dat met deze rode vakbondsregering nooit zal halen. Vooral uit Vlaams-nationalistische hoek krijgt Dermagne dan ook vaak het verwijt dat hij niets doet omdat zijn partij in Wallonië haar werkloos cliënteel niet wil verliezen door het aan het werk te zetten.
Prognoses duiden aan dat de werkgelegenheid onder 20- tot 64-jarigen klimt van 70,6 procent in 2021 tot 73,5 procent in 2027 en dat het dus het enkel Vlaanderen is dat de doelstelling benadert met 78,1 procent in 2027, dankzij eigen initiatieven op dat vlak. Het Waalse Gewest en het Brusselse Gewest blijven steken op respectievelijk 68,2 en 65,3 procent in 2027. De zogenaamde ‘arbeidsmarktdeal’ van de federale regering bestaat uit flutmaatregelen voor de schone schijn en doet helemaal niets om bijvoorbeeld de langdurige werkloosheid – die vooral in Wallonië groot is en een heuse hangmatcultuur heeft gecreëerd – structureel aan te pakken. Zo wordt de werkloosheidsval niet weggewerkt, waardoor veel werklozen liever niet gaan werken en van een uitkering leven omdat wat ze als werkende zouden ontvangen nauwelijks iets meer is.
Het is duidelijk dat Dermagne minister van Liever-geen-werk is. Zijn ‘werkgelegenheidsconferenties’ zijn dan ook bezigheidstherapie en praat voor de vaak, want als er al voorstellen worden gedaan, zet hij ze via de regering niet om in wetgeving. Dermagne is uiteraard als de dood voor asymmetrisch beleid omdat hij weet dat dat het beginpunt is van een verdere splitsing van de sociale zekerheid, wat de geldkraan naar Wallonië zou toedraaien. Ook hij trekt dáár uiteindelijk altijd de ‘rode lijn’…
