Het is misschien geen naam die onmiddellijk belletjes doet rinkelen, maar dat maakt het personage er niet minder boeiend op. Victor Cambien is de man. En anders dan zijn afkomst liet vermoeden, ontpopte hij zich tijdens het interbellum tot een bevlogen bankier en grondlegger van de Kredietbank, voorloper van de huidige KBC. Journalist Karel Cambien schreef een portret over zijn te weinig bekende grootoom.
Er is geen bijzondere creativiteit nodig om te vermoeden dat Victor Cambien, de man over wie het boek allemaal draait dus, familie is van de auteur. “De verwantschap is duidelijk, maar persoonlijk heb ik hem nooit gekend, daarvoor zitten er wat te veel jaren tussen”, legt Karel Cambien uit. “Victor was een oom van mijn vader, een broer van mijn grootvader. Ikzelf ben van 1953, Victor Cambien overleed in 1961. Enigszins verrassend, hij was toen 73. Zijn levenspad was en is wel gekend binnen de familie. Alleen hebben we het hier dan over een mondelinge overlevering. De vrees dat het verhaal op die manier verloren zou gaan, is volkomen terecht. Voor mij was dat de reden om in mijn pen te kruipen. Het belangrijkste is dat zijn verhaal niet verloren zou gaan, ook al heb je hier materiaal liggen voor een doctoraat.”
‘Het fabuleuze lot van een Vlaamse bankier’, luidt de ondertitel. Toch geen evidente loopbaan voor iemand van eenvoudige komaf die dan nog eens zijn vader vroeg verloor?
“Zonder meer, er werden dan ook zware offers gebracht om hem te laten studeren. Vic Cambien zou technisch ingenieur worden. Zijn eerste stappen in het beroepsleven konden hem niet echt bekoren wegens intellectueel te weinig prikkelend. Uiteindelijk werd hij tijdens de Eerste Wereldoorlog boekhouder bij de Nationaal Hulp- en Voedingscomiteit. In september 1918, vlak voor Wapenstilstand dus, zou hij commissaris bij de onder de bezetter opgerichte Vlaams Handelsbank worden. Dat sprak hem dan weer wel aan, want vlak na de oorlog richtte hij met enkele vrienden de Bank voor Handel en Nijverheid op. Op 2 januari 1920 opende deze nieuwe bank haar publieke loketten. Dat er voldoende kapitaal verzameld werd, moet voornamelijk op zijn conto geschreven worden. Een hele prestatie. Vic Cambien ging aan de slag als bestendig werkend beheerder.”
Was er überhaupt nood aan nieuwe bank?
“Men moet goed beseffen in welke tijden men toen leefde. Het bankwezen was een voornamelijk francofone aangelegenheid in die tijd en in die zin een rem op de ontwikkeling van het Vlaanderen van die tijd. Victor Cambien werd eerder al erg aangetrokken door de Vlaamse Beweging. De reacties bleven niet uit. Een bepaalde Franstalige klasse zag het initiatief als een aantasting van hun prerogatieven die op geen enkele manier verdedigd kunnen worden. Wat Victor en zijn medestanders toen gedaan hadden, werd als subversief en staatsgevaarlijk beschouwd. Het zegt ons wat over de weg die doorheen de jaren afgelegd is. Ergens is het toch ironisch dat hij bij zijn pensionering jaren geladen vol lof beladen werd en er zelfs twee ministers op zijn afscheid aanwezig waren.”
“Een Vlaamse bank oprichten, werd als subversief en staatsgevaarlijk beschouwd”
Op welke manier manifesteerde die betrokkenheid bij de Vlaamse Beweging?
“Natuurlijk kan de oprichting van de bank als een duidelijke illustratie hiervan beschouwd worden. Maar er is meer. Op een moment dat het onderwijslandschap een verfransingsmachine was, richtte hij samen met enkele andere mensen een school op, Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen genoemd. Nog steeds is het de bekendste school van Kortrijk die een prima reputatie geniet. Ze hebben ook een Vlaams Huis opgericht, een soort cultureel huis dat zich leende voor theater en muziek, in die jaren al voldoende om op de lijst van de staatsveiligheid te belanden. In de jaren ’20 lag Victor Cambien mee aan de basis van de eerste Nederlandstalige tennisclub, de Wikings, die trouwens nog steeds bestaat. Men vergeet te vaak vandaag hoe destijds geknokt is geweest voor deze zaken die we als evident beschouwen.”
“Op een moment dat het onderwijslandschap een verfransingsmachine was, richtte hij een Vlaamse school op”
Maar de oprichting van de Bank voor Handel en Nijverheid was nog maar het begin van het verhaal?
“Het was inderdaad een opstap naar meer. Inmiddels werd ook in Leuven een soortgelijk initiatief op touw gezet: de Algemene Bankvereniging. Beide fuseerden tot de Kredietbank, officieel gesticht in 1935. Bij de totstandkoming van die fusie en de latere ontwikkeling van de bank was de rol van Victor Cambien aanzienlijk. En begrijp me niet verkeerd: ik word in deze absoluut niet gedreven door nepotisme (lacht). Het boek dat professor Herman Van der Wee van de KUL midden jaren tachtig over de geschiedenis van de bank schreef, belicht in extenso de rol die Victor speelde. Ik gaf dat boek in eigen beheer uit, ontving hier een bescheiden maar erg gewaardeerde steun van de stad Kortrijk, maar op de vraag die ik aan de KBC richtte, kwam nooit een antwoord. Erg betreurenswaardig in het licht van de rol die Victor Cambien in de ontwikkeling van de bank speelde.”
En toen kwam de Tweede Wereldoorlog. Wat zich in 1940 afgespeeld heeft, is haast hallucinant. Licht u dat even toe?
“We kunnen het ons haast niet meer voorstellen vandaag in deze digitale tijden, maar in die jaren was het bankwezen een zuiver papieren verhaal. Bij nacht en ontij heeft Victor in 1940 een vrachtwagen gehuurd en is met zijn gezin van tien kinderen en alle waardepapieren naar Frankrijk gevlucht. Aanvankelijk naar Poitiers, waar hij met zijn documenten onderdak vond bij een Franse bank. In een volgende fase trok hij nog verder richting de Pyreneeën. Pas toen in het najaar van 1940 de kust veilig leek, keerde hij terug. Professor Van der Wee omschreef hem in het voormelde boek als een held die dat allemaal voor zijn Vlaamse klanten heeft gedaan.”
Het is zonder meer een pakkend onderdeel van het boek, maar de familie Cambien werd niet van ongeluk gespaard later tijdens de oorlog. Een ramp was het…
“Een groot familiaal drama deed zich voor op het einde van WO II. In de streek hier weet men nog goed hoe in 1944 Kortrijk een geallieerd bombardement te verwerken kreeg. Op 26 maart van dat jaar vielen gedurende twee uur zomaar even 2.000 bommen op de stad. De dodentol bedroeg toen 250 en ook de familie Cambien deelde in de klappen, en niet zomaar een beetje. Maar liefst zes kinderen en de gouvernante bleven in het bombardement, een vreselijk verlies voor het gezin. Toch zette het gezin door.”
Welke rol speelde het geloof hierin? Uit alles blijkt toch dat Victor Cambien erg gelovig was?
“Ik had het er ooit over met zijn dochter Cécile, geboren in 1941 en nog steeds in leven. Aangezien Victor in 1961 overleed, heeft zij hem als opgroeiende tiener goed gekend. Groot was mijn verbazing toen ze zei een ‘ongelooflijk gelukkige jeugd’ te hebben gekend. Haar ouders omschreef ze als ‘blij en empathisch’, eigenlijk ongelooflijk nadat je zo’n trauma te verwerken hebt gekregen. Hun overtuiging was echter dat het ergens de wil van God moet zijn geweest, de plicht hadden dit te aanvaarden en er het beste van te maken. Dat is een devotie die men vandaag nog maar zelden nog zal aantreffen. Maar ook dat is eigen voor die generatie. En hierop aansluitend: in 1957 aanvaardde hij de functie van adjunct-commissaris-generaal van de Heilige Stoel op de wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel. Hij werd in die hoedanigheid belast met het harmoniseren van de verschillende afdelingen van dat paviljoen. Het was een functie die veel van zijn krachten vergde.”
KAREL CAMBIEN (59)
- Licentiaat in de rechten en master in Oost-Europakunde
- Journalist, onder andere bij Knack, Trends, Kanaal Z, VOKA, Krant van West-Vlaanderen
- Auteur van ettelijke boeken, vooral over het bedrijfsleven en ondernemen. Deze biografie is exact de 25ste
BOEK
Karel Cambien, ‘Het fabuleuze lot van een Vlaamse bankier, uitgegeven in eigen beheer’, 72 bladzijden. De kostprijs bedraagt 25 euro, te bestellen bij de auteur: k.cambien@telenet.be