Migratie is volgens de gemiddelde Belg een negatief fenomeen

Migratie wordt in België algemeen als een negatief fenomeen beschouwd, al zijn de meeste inwoners van dit land iets positiever als het om arbeidsmigratie gaat. Dat blijkt uit een enquête van onderzoeksbureau Ikanos in opdracht van Randstad. Een meerderheid van de bevraagden is van oordeel dat migratie de maatschappij meer kost dan het opbrengt.

De conclusie is volgens Randstad dat de inwoners van dit land eerder negatief naar migratie kijken. “Ze hebben meer slechte dan positieve persoonlijke ervaringen met migratie en schatten de globale gevolgen ervan negatief in. Veel positiever zijn ze als het over migratie in functie van werk gaat. Zo’n 60 procent van de respondenten geeft namelijk aan voorstander te zijn van arbeidsmigratie. Ook voor gezinshereniging is er een groter algemeen draagvlak, namelijk 72 procent. Daar zijn dan wel voorwaarden aan gekoppeld: verplichte inburgering, betere taalkennis en minstens vier jaar aan het werk zijn voordat het gezin naar België mag komen.

Nochtans hebben verschillende studies al bewezen dat migratie niet altijd een goed effect heeft op de arbeidsmarkt. Zo is maar liefst 44 procent van wie tussen de 25 en 64 jaar is en een nationaliteit van buiten de EU heeft, noch aan het werk, noch op zoek naar een baan. Onder vrouwen met een migratieachtergrond van buiten de EU gaat het zelfs om 6 op 10 die noch aan het werk zijn, noch op zoek zijn naar een baan. Daarmee is België met grote voorsprong de slechtste leerling in de EU. “Met deze kennis voor ogen blijft het vreemd dat activisten vluchtelingenstromen positief blijven benoemen als mogelijke oplossing voor knelpunten op de arbeidsmarkt”, schrijft Randstad zelf.

Meer kosten dan opbrengen

Naar het gevoel van zo’n 60 procent van de Belgen kosten migranten meer aan de overheid dan dat ze opbrengen voor de economie. Volgens een rapport van de Nationale Bank uit 2020 hebben die 60 procent het ook bij het rechte eind. De eerste generatie legale migranten kostte de overheid namelijk zo’n 3,6 miljard euro meer dan de doorsnee bevolking. Op de stelling ‘migratie is de voorbije vijftig jaar (zeer) nadelig geweest voor het land’ antwoordt 39 procent dat dat klopt. 27 procent vindt dan weer dat migratie voordelig of zeer voordelig geweest is.

Vooral over asiel en illegale migratie is de Belg negatief. Slechts de helft (51 procent) van de respondenten vindt dat wie hier asiel aanvraagt, bescherming moet kunnen krijgen. 17 procent vindt van niet, zelfs wanneer de asielzoekers uit conflictgebieden als Afghanistan of Syrië komen. Maar de manier waarop asiel wordt georganiseerd, is op dit moment zeker niet in orde. 55 procent vindt dat het recht op asiel momenteel te vaak misbruikt wordt, een even grote groep vindt dat die bescherming veel meer tijdelijk moet worden toegepast.

‘Wie op irreguliere wijze België binnenkomt, mag nooit in aanmerking komen voor regularisatie.’ 52 procent van de Belgen schaart zich achter die stelling. Nog duidelijker is het beeld als het gaat over de bewaking van onze landsgrenzen. 67 procent vindt dat die strenger moet. 56 procent vindt dat ook de Europese binnengrenzen opnieuw strenger bewaakt moeten worden.

Uiterst links en rechts anti-migratie

Kiezers van het Vlaams Belang zijn in België de grootste voorstanders van strengere migratieregels. Toch is slechts 30 procent van het electoraat tegen een volledige migratiestop. Maar ook kiezers van de extreemlinkse PVDA/PTB zijn migratiekritisch. In de Franstalige vleugel geeft 61 procent aan zich minder veilig te voelen door migratie, in de Vlaamse vleugel is dat 42 procent. Kiezers van Ecolo en Groen staan het meest positief tegenover migratie.

Volgen Randstad-topman Jan Denys is er evenwel geen sprake van polarisatie rond migratie. “Zowel volledig gesloten als volledig open grenzen kunnen niet rekenen op substantiële steun”, zegt hij. “Dat polarisatie niet de boventoon voert, merken we ook bij de grote aandelen die onbeslist zijn bij veel vragen.” Indien België het draagvlak voor migratie wenst te vergroten, moet er volgens Randstad vooral meer ingezet worden op werk. Gezien maximaal de helft van alle niet-EU-migranten ooit aan het werk gaat, moeten de inspanningen daar opgevoerd worden.