Recent vrijgegeven censuscijfers uit de Verenigde Staten tonen aan dat hoe linkser een staat is, hoe waarschijnlijker een grotere inkomensongelijkheid is. Rechtsere staten halen dan weer de beste score. Dat blijkt uit een onderzoek van The Daily Wire.
Wanneer men de Gini-coëfficiënt bekijkt, een index die ongelijkheid meet, is de grootste kloof tussen arm en rijk terug te vinden in New York, Connecticut en Californië. Utah, Indiana en South Dakota hadden de minste ongelijkheid. Hoewel net het wegwerken van ongelijkheid een stokpaardje van de politieke linkerzijde is, halen ze zelf dus de slechtste resultaten. Pijnlijk voorbeeld vinden we bij de zwarte gemeenschap, waar Democraten al generaties lang het beleid bepalen.
“Dit toont aan dat alle dingen waar Democraten over klagen eigenlijk afkomstig zijn van het beleid van de Democraten,” zei David Gordon, een conservatieve politieke consultant. The Daily Wire selecteerde de meest liberale en de meest conservatieve staten op basis van de gouverneur en het overmacht in de wetgevende macht. De resultaten daarbij blijken zeer consistent.
Afkomst
Een belangrijk verschil is te zien rond afkomst en ras. Als het gaat om het mediaaninkomen, hadden het Democratische Rhode Island, New York en Connecticut de grootste kloof tussen blanken en Hispanics. Zes van de 10 blauwe staten hadden grotere verschillen tussen in het buitenland geboren inwoners en blanken dan elke rode, Republikeinse staat.
In Californië verdiende de gemiddelde in het buitenland geboren inwoner slechts een derde van wat autochtone Californische mensen verdienden. In Idaho het rechtse daarentegen verdiende de gemiddelde zwarte inwoner 85 procent zoveel als de gemiddelde blanke persoon, het dichtst bij raciale gelijkheid van elke staat. In Republikeins Indiana verdienden Latino’s bijna 90 procent zoveel als blanken.
Armoede
Vaak zegt men dat Republikeinse staten meer verarmd zijn, maar volgens the Daily Wire is dat misleidend omdat de Census niet corrigeert voor de kosten van levensonderhoud van een gebied, en in plaats daarvan een uniform dollarbedrag instelt als de armoedegrens voor elk gezin van een bepaalde grootte. Dit maakt het bijna nutteloos, gezien de kosten vergelijkingen tussen New York City en een gebied als het platteland van Alabama zeer moeilijk maken.
Wanneer men de huisvestingkosten corrigeert en sociale uitkeringen als inkomen rekent, hebben conservatieve staten minder armoede dan blauwe staten. De vier staten met de laagste armoede zijn ook de vier meest conservatieve staten van het land. En Californië, de op een na meest liberale staat, heeft veruit het hoogste armoedecijfer, met meer dan 18 procent.
Woningen
Mediane inkomens zijn hoger in blauwe staten, maar dat geldt ook voor huur en huizenprijs. Over het algemeen besteedden blue-staters een groter deel van hun gezinsinkomen aan huisvesting. Bijna niemand in rode staten gaf meer dan 3.000 dollar per maand uit aan huisvesting, terwijl het niet ongewoon is in blauwe staten. In Democratische staten betaalden inwoners ook tot zes keer meer aan onroerendgoedbelasting. Gezinnen van elk ras in conservatieve staten hebben meer kans dan hun tegenhangers in de blauwe staat om hun huizen te bezitten in plaats van te huren, en ze hebben ook meer kans om meer kamers in hun huis te hebben. Inwoners van conservatieve staten bezitten ook meer voertuigen en hebben minder kans op lange woon-werkverkeer.
Een belangrijke factor bij de cijfers rond huisvesting in blauwe staten is het migratiecijfer. Hoe meer immigranten, hoe moeilijk het voor Amerikanen is om daar een huis te veroorloven. Dit is het gevolg van de simpele relatie tussen vraag en aanbod.
Onderwijs
Ondanks de beleden steun van liberalen voor het openbare schoolsysteem en de nauwe relatie van de Democratische Partij met lerarenvakbonden, hoe liberaler een staat, hoe groter de kans dat ouders hun kinderen naar een privéschool sturen in plaats van naar openbare scholen. Rhode Island en New York, twee van de drie meest liberale staten, stonden bovenaan de lijst met meer dan 26 procent.
Ook in het onderwijs is de ongelijkheid het grootst bij de inwoners van Democratische staten. Er zijn meer mensen met een graduaat dan in elke Republikeinse staat, maar er zijn ook meer mensen die niet eens de middelbare school hebben afgerond. Een ander opvallend verschil is dat in conservatieve staten gezinnen meer kinderen adopteren.
Lees ook: