Lange tijd voorspelden economen dat het met de huidige economische schok niet zo’n vaart zou lopen als in de jaren ’70 van vorige eeuw. Akkoord, de energieprijzen waren hoog en de inflatie trok aan, maar onder andere door de gezonde bedrijven en de gunstige situatie op de arbeidsmarkt zou het al bij al nog meevallen. Niet dus, want acht economische alarmsignalen leren dat we een zware schok moeten incasseren.
De energieprijzen zijn de voorbije weken sterk gedaald. Dat was dan ook het enige goede economische nieuws. Want ondanks de gunstige evolutie is de economische schade ondertussen zeer duidelijk geworden. En die gevolgen zijn niet min. Een achttal signalen staan duidelijk op rood. Een overzicht.
Meer faillissementen
Om te beginnen is het aantal faillissementen sterk aan het stijgen. In oktober waren het er bijna 550, een stijging met 40 procent ten opzichte van vorig jaar in dezelfde maand. Dat is altijd slecht nieuws, ook al situeren de bedrijven zich vooral in de zeer kwetsbare horeca. Belangrijker is dat de cijfers opnieuw hoger liggen dan ten tijde van voor de coronapandemie. Dat is een goede vergelijkingsbasis omdat er toen geen sprake was van steun aan bedrijven vanwege corona. Het is een ‘zuiver’ symptoom van de bedrijven die geconfronteerd worden met hoge energieprijzen. En die mogen nu wel dalen, de facturen zijn en waren er. Met de desastreuze gevolgen.
Inflatie en stijgende loonkosten
Tweede signaal is de inflatie die met 12,3 procent de hoogste is sinds 1975. Dat is niet enkel een gevolg van de energieschok en het aanbodtekort, maar ook het resultaat van de het beleid van de centrale banken die veel te traag een rem hebben gezet op die ontspoorde inflatie. Nu zitten we al maanden in een situatie van ernstige welvaartsvernietiging. Waarmee we direct bij punt drie zitten: de sterk gestegen loonkosten die hier 16 procent hoger liggen dan in Nederland, Duitsland en Frankrijk. Daar is geen automatische loonindexering, maar reële loondalingen. De loonstijgingen blijven daar licht onder de index. Niet leuk, maar de bedrijven zijn er wel concurrentiëler door dan hier.
Deficitaire handelsbalans, dalende uitzendarbeid en groei
Gevolg is alarmsignaal vier: een Belgische handelsbalans die deficitair wordt. Dat betekent dat de kost van de invoer van producten en diensten hoger is dan de opbrengst van de uitvoer. Zeer pijnlijk voor een exportland als België. Een gevolg natuurlijk van de hoge energieprijzen, want dat is welvaart die per direct wegvloeit naar het buitenland. En zelfs bij dalende prijzen zoals nu houdt het probleem aan. De bedrijven verliezen immers marktaandeel omdat ze hun producten door de hoge loonkost moeten verpatsen aan, jawel, hogere prijzen.
Ondanks de gezonde arbeidsmarkt met veel vraag naar werknemers merken we dat de uitzendarbeid daalt. Dat is alarmsignaal vijf en volgens economen vaak een kanarie in de koolmijn die een recessie aankondigt. Wat trouwens bijna een feit is, want in het derde kwartaal van dit jaar nam de economische groei met 0,1 procent af. Nog zo’n kwartaal en het is een recessie. Een milde, maar een recessie. Alarmbel zes is dit.
Uitgestelde investeringen en minder winst
Zeven is een zeer gevaarlijke alarmbel. De investeringen worden uitgesteld. Dat betekent dat het productieapparaat niet wordt uitgebreid en in kwaliteit afneemt. Het is een rem op de groei van de bedrijven en hun toekomstige concurrentiepositie. Ten slotte is er alarmbel acht, namelijk de cijfers van de winstgevendheid van de bedrijven. Recent bracht de Nationale Bank gegevens naar buiten over de brutomarges van bedrijven. Die lagen zeer hoog. Maar wanneer men er al de kosten van aftrekt, komt men uit aan de nettomarges en die zijn veel bepalender voor de gezondheid van een bedrijf. Welnu, die zijn met 5 procentpunt gedaald. De bedrijven hebben dus minder buffers dan velen denken.
Incompetente beleidsmakers
Die alarmsignalen steken schril af tegenover onze beleidsmakers die doen alsof de enige oplossing erin bestaat om overal wat geld rond te strooien. Het verleden leert dat België jaren nodig heeft om van zo’n negatieve schok te bekomen. De fundamenten van de economie werden in de jaren ’70 zwaar aangetast en ondanks een devaluatie en een lang herstelbeleid ziet men daar tot op vandaag de sporen van, namelijk dat dit land nooit meer tot de top van de rankings van de economisch meest performante landen raakt, maar een middenmoter blijft. Het zal straks niets anders zijn.