Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA) ontkent dat cultuur en jeugdwerk hard getroffen worden door het besparingsplan van het stadsbestuur. De besparing van 700.000 euro op jeugd en cultuur is volgens hem een “habbekrats” in vergelijking met de totale besparing van 70 miljoen euro.
Door de inflatie, de stijgende energiekosten en de naweeën van de coronacrisis ziet het Antwerpse stadsbestuur zich genoodzaakt om 70 miljoen euro te besparen, maar daar is niet iedereen even gelukkig mee. Vooral de cultuur- en jeugdwerksector voelen zich geviseerd.
Het stadsbestuur ligt al langer in de clinch met de cultuursector na de beslissing om drie jaar lang geen projectsubsidies meer uit te reiken. Daardoor werd onder meer het Schrijversbal afgelast. Bevoegd schepen Nabilla Ait Daoud (N-VA) gooide extra olie op het vuur met de uitspraak dat ze “zou gaan werken voor de centen” als ze een jonge kunstenaar was.
De Wever zelf omschreef het kunstenaarsstatuut afgelopen weekend als “honderd dagen werken en dan werkloos mogen zijn de rest van het jaar”. Naar schatting 10.000 mensen maken gebruik van het statuut dat kunstenaars vijf jaar tijd en ruimte geeft om hun werk te ontwikkelen
Habbekrats
Ook binnen de Antwerpse meerderheid groeit het ongenoegen. Schepen van Sociale Zaken Tom Meeuws (Vooruit) vindt dat de cultuursector zich terecht geviseerd voelt, maar daar is De Wever het niet mee eens. Hij wijst erop dat de besparing van 700.000 euro op jeugd en cultuur slechts 1 procent uitmaakt van het totale bedrag. Een “habbekrats” in vergelijking met de 90 miljoen euro die het stadsbestuur uitgeeft aan cultuur, zegt hij in De Ochtend op Radio 1.
Tot slot haalt de N-VA’er aan dat het eigen stadspersooneel het zwaarst wordt getroffen door de besparingen. “We kunnen aan het eigen personeel niet uitleggen dat zij het met minder moeten doen, terwijl degenen die we subsidiëren buiten schot blijven”, besluit hij.