De Duitse autoriteiten slagen er steeds minder in om mensen die islamitische dreigementen uiten op te pakken en het land uit te zetten. Van de 317 geïdentificeerde islamitische bedreigingen, kon men er slechts 5 daadwerkelijk deporteren.
In antwoord op een vraag van de partij Alternative für Deutschland (AfD) heeft de Duitse Bondsregering bevestigd dat er tijdens de eerste negen maanden van jaar slechts vijf islamitische bedreigingen zijn gedeporteerd. Vorig jaar waren de cijfers niet veel beter. Duitsland zette toen 22 gevaarlijke personen het land uit, waaronder 6 islamisten. Het gevaar dat de uitgezette personen vormen slaat dan op ernstige, politiek gemotiveerde gewelddaden zoals terroristische aanslagen.
Afghanistan en Tsjetsjenië
De redenen dat uitzettingen zo moeilijk verlopen zijn divers. Sommige landen van herkomst weigeren mee te werken en blokkeren of vertragen de uitzetting. Er zijn ook praktische, juridische en politieke problemen. Voor Syrië geldt vanwege de situatie in het land een deportatiestop. Sinds de taliban in augustus 2021 aan de macht kwamen, zijn er geen repatriëringen naar Afghanistan geweest. Ook de Russische inval in Oekraïne vormt een probleem, want veel islamisten komen ook uit Tsjetsjenië.
Eind september waren er volgens de federale regering 317 islamistische bedreigingen in Duitsland, waaronder 132 zonder Duits staatsburgerschap. De AfD legt de verantwoordelijkheid voor het lage aantal deportaties van gevaarlijke mensen bij federaal minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser (SPD). Die had verbetering beloofd maar resultaten blijven uit.
Lees ook: