Kunstwerken die door klimaatactivisten worden besmeurd, groene fundi’s die een brug in Londen bezetten met verkeerschaos tot gevolg, dreigementen op sociale media richting rechtse opiniemakers, geweld tegen het spreekrecht van rechts-radicale politici, … De linkse activisten schakelen dezer dagen een versnelling hoger. Met een impact op de partijpolitiek.
Is het nog bij te houden? De ene keer was het verf, de andere keer aardappelpuree of tomatensaus. Het aantal aanslagen op kunstwerken door klimaatactivisten is de voorbije dagen niet meer bij te houden. Gelukkig zijn de door hen besmeurde kunstwerken goed beschermd met een glazen wand en zijn ze dus niet onherroepelijk verloren. Zelfs een restauratie is niet nodig. Misschien is er wel wat werk aan de wassen beelden van de Britse koning Charles III en zijn echtgenote Camilla in het Londense Madame Tussauds-museum. Die kregen van activisten een slagroomtaart in het gezicht. De redenering van de actievoerders: het is de enige manier om aandacht te krijgen voor de klimaatuitdagingen.
Men kan lachen of de schouders ophalen bij deze belachelijke methode van de klimaatfundi’s, maar hun activisme neemt gevaarlijke vormen aan. Het leidt tot kopiegedrag van anderen die steeds meer de limieten opzoeken, met, jawel, desastreuze gevolgen. Vorige week klommen klimaatactivisten op de Londense brug Elizabeth II om te protesteren tegen olieboringen. Het verkeer in de omgeving kwam lam te liggen en in een file gebeurde een ongeval waarbij een ambulance laattijdig ter plaatse kon zijn. Het is niet bevestigd, maar één van de gewonden van het ongeval zou daardoor zijn omgekomen. Eigenlijk is het door die steeds ruwere acties gewoon wachten tot een groep klimaatactivisten een operatie uitvoert met doden tot gevolg. Zoals indertijd de groepen die er niet voor terugdeinsden om een McDonald’s-restaurant in de fik te steken.
Een betoging tegen welvaart
Het is een recente trend: de acties van linkse fundi’s en klimaatactivisten worden steeds driester. Zelfs de vrije meningsuiting komt erdoor in gevaar. Getuige het duw- en trekwerk bij een boekvoorstelling van Vlaams Belang-kopstuk Filip Dewinter in Kessel-Lo vorig weekend. Daarnaast neemt de linkse intimidatie ook toe via sociale media. Links klaagt altijd over rechtse trollen op Twitter, maar zelf organiseren ze ook ‘raids’ via sociale media. Onder andere een nochtans gematigde Rik Torfs kreeg de wind van voren. Wie niet radicaal-links is, is een extreemrechtse opiniemaker en moet dus het zwijgen worden opgelegd.
Ondertussen gaan een aantal media mee in dat vreemde spelletje. Niet dat we er zelf naar kijken, maar naar verluidt kon vorige zondag op De Zevende Dag een rariteitenkabinet aan klimaatactivisten z’n ding doen en zonder echt wederwoord waarschuwen voor de nakende natuurapocalyps.
De waanzin van die groepen verhoogt de afkeer bij een toenemend deel van de bevolking, zelfs bij een deel van de linkerzijde. Dat was te merken op de klimaatbetoging van zondag. Het brede publiek haalt de neus op voor zoveel extremisme. Het was immers ook duidelijk een betoging tegen ons huidige welvaartssysteem. De boodschap was er één van ‘degrowth’. Dus het omgekeerde van economische groei en verarming.
De linkse regeringspartijen deden graag mee aan de betoging, maar het waren vooral de klassieke links-radicale organisaties die domineerden. Die vinden blijkbaar altijd een nieuw thema om zich te profileren. 40 jaar geleden waren het de betogingen tegen het plaatsen van kernraketten. Tien jaar erna was het ‘Hand in Hand’ en tegen racisme, ondertussen is het klimaat de obsessie van de linkse organisaties geworden. Opvallend daarbij is dat men in die kringen steeds meer moeite heeft om te erkennen dat hun agressief gedrag problematisch wordt. Terwijl men anderzijds overal gewelddadige complotten ziet.
De groene partijen in het verdomhoekje
Ondertussen kijkt het gros van de bevolking met een steeds groter wordende verbazing naar die linkse radicalen. Ze keren er zich steeds meer van af, en ook van hun politieke vertegenwoordigers en hun modus operandi. Dat extreemlinkse organisaties dicht bij de PVDA /PTB staan, is niet nieuw. Anders is het gesteld met de manier waarop Ecolo en Groen beschouwd worden als het partijpolitieke verlengstuk van die organisaties. Bij steeds meer gewone burgers neemt de aversie voor de groenen toe. Zij zitten politiek in het verdomhoekje.
Iemand als MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez heeft dat door en spaart zijn kritiek op de groene partijen niet. Die bevinden zich binnen de Vivaldi-regering meer en meer in het verdomhoekje, maar reageren slechts af en toe op die aanvallen. Dat is niet verwonderlijk. De Vivaldi-regering is de enige coalitie waar er voor de ecologisten nog plaats is. Ze hopen de huidige moeilijke situatie richting 2024 te kunnen doorspartelen.
Conner
Elders ter linkerzijde kiest men voor een andere aanpak, toch in Vlaanderen. Het is opvallend dat de christelijke arbeidersbeweging, die zich altijd aansluit bij dergelijke acties en betogingen, zich deze keer eerder op de vlakte houdt. Dat radicaal en steeds gewelddadiger activisme gaat hen te ver.
Hetzelfde geldt zeker en vast ook voor Vooruit. Conner Rousseau is zijn partij in een richting aan het sturen die doet denken aan de oude Tobback-periode van 30 jaar geleden. Daar is geen plaats voor idealisme verpakt in een fundamentalistische boodschap. Men weet dat de kiezers die nu terugkeren naar de vroegere rode stal niet mogen worden afgeschrikt. Bij Vooruit maakt men zich de uitspraak van wijlen de Duitse bondskanselier Helmut Schmidt eigen: “Wie visioenen heeft, die moet naar de dokter.”