Na amper anderhalve maand hield Liz Truss het voor bekeken als ‘Prime Minister’. De conservatieve partij komt in een ongeziene crisis terecht. De roep om verkiezingen is bij Labour en andere oppositiepartijen groot. Bij de Conservatives weten ze echter dat een stembusslag zou uitmonden in een totale afslachting.
De Conservative Party sukkelt al geruime tijd van de regen in de drup. Wie herinnert zich nog de jaren van Theresa May en haar moeizame Brexit-onderhandelingen tussen 2016 en 2019? Haar, volgens criticasters, te lakse houding ten overstaan van Brussel leverde een gespleten partij op met een steeds radicaler wordende eurosceptische vleugel. Mays flamboyante opvolger, Boris Johnson, zat eveneens drie jaar lang in onstuimig weer. Haast voortdurend hing er een schandaalsfeer rondom zijn persoon en bij uitbreiding rondom zijn regering. Al sinds de jaarwisseling is de neergang van de Conservative Party in zowat alle peilingen ingezet. Liz Truss is er, op zijn zachtst gezegd, niet in geslaagd het tij te keren. Na amper zeven weken zag de pas aangetreden Prime Minister zich genoodzaakt de handdoek in de ring te gooien.
Pond in vrije val
Truss, die tijdens haar studentenjaren in Oxford aanvankelijk nog aangesloten was bij de liberale studentenvereniging, ontpopte zich doorheen de jaren als een conservatieve politica die de felle lijn van Margaret Thatcher nieuw leven wilde inblazen. Dit deed ze onder andere door in 2011 de ‘Free Enterprise Group’ op te richten, een rechtse drukkingsgroep binnen de Conservative Party. Als voorstander van de vrije markt is Truss aanhanger van de zogenaamde ‘trickle down economics’. Dit is het idee dat beleidsmaatregelen die positief uitpakken voor de rijken en grote bedrijven, ook na verloop van tijd voordelen genereren voor de lagere sociale klassen. Deze opvatting verklaart waarom Truss’ regering met het idee kwam om een groot belastingvoordeel toe te kennen aan de rijkste bovenlaag. Deze omstreden beslissing vormde in feite het begin van deze recente regeringscrisis. Op het moment dat Truss haar minister van Financiën de beslissing liet intrekken, was het kwaad al geschied: plannen die de begroting zouden doen ontsporen, zorgden ervoor dat de financiële markten op hol dreigden te slaan. Het pond viel terug tot de laagste waarde ooit (ten overstaan van de dollar). Het weekblad The Economist sprak daarom over Groot-Brittannië als een nieuw soort Italië: een land gekenmerkt door lage economische groei en politieke instabiliteit, dat een speelbal van speculanten kan worden.
Rampzalige peilingen
De peilingen spreken intussen voor zich. De Conservative Party is in vrije val. Vandaag zou zij nog slechts 20 procent van de stemmen weten te halen, daar waar de sociaaldemocraten ruim boven de 50 procent uitkomen. Berekeningen laten zien dat de centrumrechtse regeringspartij makkelijk twee derde van haar zetels kwijtspeelt, mochten er nieuwe parlementsverkiezingen worden uitgeschreven. Heel wat commentatoren stellen dat de herwonnen populariteit van Labour te danken is aan Keir Starmer. Deze sociaaldemocraat voert met zijn partij opnieuw een meer gematigde koers dan zijn voorganger Jeremy Corbyn die bekend stond voor zijn semicommunistische standpunten. Toch heeft de opgang van Labour vooral te maken met de immense impopulariteit van de Conservatives. Nog steeds menen veel Britten dat het Britse kiessysteem slechts de keuze laat tussen twee grote partijen.
Even was er sprake van dat Boris Johnson in de ring zou stappen om zijn partij – en bij uitbreiding de Britse regering – opnieuw te gaan leiden. Zondag krabbelde Johnson echter terug. De nieuwe partijleider is Rishi Sunak geworden, tot juli van dit jaar minister van Financiën. Sunak moest bij de vorige interne partijverkiezingen nog de duimen leggen voor Truss. Hem wacht een ondankbare taak. De fiere staatsdragende Tories zijn verworden tot een stel kibbelende schoolkinderen. Of zoals een voormalig woordvoerder van de Conservatives het verwoordde: “De conservatieven gedragen zich als UKIP.” Bij de voormalige partij van Brexit-aanhanger Nigel Farage vocht immers ook iedereen elkaar de tent uit en had elkeen daar een andere visie op hoe het verder moest met de zwalpende partij.