Sinds de machtsovername in Noord-Syrië in 2015 hebben de Koerdische Volksbeschermingseenheden (YPG) verschillende pogingen gedaan om de Assyrische scholen te verplichten een Koerdisch curriclum te onderwijzen. Het is de culminatie van vele jaren steeds stijgende druk tegen de Assyriërs.
Op 24 oktober heeft het Koerdische regime in Noord-Syrië een brief gestuurd naar Assyrische scholen in de regio. In de brief worden scholen opgeroepen de kinderen niet langer het curriculum van het land en de internationale gemeenschap te leren, maar het Koerdisch-islamitische curriculum toe te passen, dat noch in Syrië noch internationaal wordt erkend. De YPG dwingen met andere woorden Assyrische scholen het Koerdische leerplan te onderwijzen, dat de leider en mede-oprichter van de Koerdische arbeiderspartij (PKK) Abdullah Öcalan tot glorie verheft en Koerdische soldaten tot helden van het volk. De brief eindigde met een dreigement om het besluit van het zelfbenoemde Koerdische regime na te leven of de school één week na ontvangst van de brief te sluiten.
Etnische zuivering
Dikran Ego, editor van Assyria TV: “Sinds de machtsovername in Noord-Syrië door de Koerdische YPK worden de Assyrische inwoners geterroriseerd en worden hun gebieden geconfisqueerd. Alles wat belangrijk is om daar te blijven wordt afgepakt of vernield: huizen, kerken, winkels en hun banen. Velen zijn gevlucht naar andere landen vanwege dit geweld. De Assyrische beschermingsmilitie GPF is intussen vernietigd.
Sindsdien zijn Koerdische milities systematisch bezig om het grondgebied van het Assyrische volk te confisqueren en vallen ze Armeense gebieden in Noord-Syrië aan. De Koerden in Noord-Syrië weten dat zij geen geschiedenis hebben in het gebied, zij zijn geen landeigenaren en hebben geen recht om het gebied voor hen te confisqueren. Daarom proberen ze met geweld de christelijke Assyriërs te verjagen en hun gebied op te eisen. Dit doen ze al sinds ze in 2015 aan de macht zijn gekomen. In Europa is er weinig aandacht voor deze etnische zuivering.
Geschiedenis
De inwoners van het oude Mesopotamië zijn cultureel een buitenbeentje in de regio. Ze zijn bijvoorbeeld altijd christen gebleven, in tegenstelling tot de omliggende volkeren die islamitisch zijn. Ze spreken een andere taal dan de Turken of de Koerden. Ze bedienen zicht van het Aramees, ook wel als de taal van Jezus Christus gekend. De Assyriërs vormden vroeger de meerderheid in het gebied. Door de stijgende levensstandaard en rijkdom begonnen christelijke families arbeidskrachten van nomadische stammen zoals de Koerden aan te werven die zich dan ook in de dorpen en steden vestigden.
e werkkrachten begonnen na een tijd hun gezinnen naar de christelijke dorpen te brengen, tot de Koerdische gezinnen in de meerderheid waren. Als minderheid waren ze onderdanig en zeer loyaal, maar overal waar ze begonnen de meerderheid te vormen, ontstonden er problemen. Er kwamen meer en meer incidenten, tot zelfs ontvoeringen van vrouwen en dwangmatige bekeringen tot de islam. Finaal kwam het tot vervolging en beslag op christelijke goederen.