We ontmoeten Steven Vandeput in het ’t Scheep, wat hij zelf voor Hasselt een “megalomaan” stadhuis noemt. In het grote stadsgebouw begint het gesprek over de verschillende mandaten die de N-VA’er op zich neemt en hoe hij zijn tijd verdeelt als ondervoorzitter, burgemeester en Vlaams Parlementslid.
“Ik heb kleurtjes in mijn agenda: geel voor interne N-VA-zaken, groen voor Hasselt (de kleuren van Hasselt zijn wit en groen, red.), blauw voor alles wat er in Brussel te doen is en rood voor alle privéaangelegenheden. Sinds mijn ondervoorzitterschap zijn de verhoudingen tussen die kleuren enigszins gewijzigd: er staat nu meer geel in dan vroeger. En het stukje rood, privé, is nog een stuk achteruitgegaan. Weekends laten zich vaak opvullen door lokale verplichtingen, maar het is allemaal te behappen.”
“Per week moet ik twee à drie dagen naar Brussel, maar het meest zichtbare mandaat dat ik heb is natuurlijk mijn burgemeesterschap. Dat is ook het meest continu aanwezig. Op een hoger niveau ben ik ook actief als Vlaams Parlementslid en als ondervoorzitter. Die drie zaken vallen volgens mij perfect te combineren.”
U bent nu ruim een half jaar ondervoorzitter van N-VA. Was het ook voor u een verrassing dat Lorin Parys vertrok om CEO van de Pro League te worden?
“Op dat moment had niemand dat verwacht, want veel mensen zagen Lorin ook als kroonprins binnen de partij. Maar achteraf, zeker nadat je zelf met Lorin gesproken hebt, hadden we zijn vertrek misschien kunnen zien aankomen. Hij heeft gekozen voor andere uitdagingen en denkt daar ook een verschil te kunnen maken, en doet dat ook.”
En u wilde hem opvolgen?
“Het komt erop neer dat hij opgevolgd moest worden. Ik ben vanuit de privé in de politiek gestapt, met een Vlaams-nationalistische stamboom, met als doel mee dingen in beweging te zetten, zaken ten goede te veranderen, zelfbestuur. Mijn mandaat als burgemeester is hetgeen continu aanwezig is. Maar iedereen dacht dat ik me daarmee voorgoed genesteld had in Hasselt en dat ik daarbuiten nog weinig interesse had, maar het tegendeel is waar. Ik heb me kandidaat gesteld om ook op dat nationale niveau nog actief te blijven. Ik ben destijds uit zuiver idealisme in de politiek gestapt om mee aan tafel te zitten, daar waar de beslissingen gemaakt worden.”
Sinds het vertrek van Valerie Van Peel vormt u een duo met Lieve Truyman. Was het voor u een verrassing dat zij het haalde? Alle media waren op voorhand quasi zeker dat Maaike De Vreese verkozen zou worden.
“Mensen die de partijraad van de N-VA kennen, weten dat die in eer en geweten beslist. Wat betreft Lieve Truyman: zij was al voorzitter van het Comité van Toezicht, jarenlang partijraadslid en schepen in Temse. Dus intern is en was het helemaal geen verrassing dat zij verkozen raakte.”
Ligt het voorzitterstrio – Bart De Wever als voorzitter en Lieve Truyman samen met u als ondervoorzitters – nu vast voor 2024? N-VA besliste deze zomer al om de voorzittersverkiezingen uit te stellen tot na de verkiezingen van 2024.
“Dat is ook vrij logisch. In een normale procedure zouden we in het najaar van 2023 bezig zijn met interne verkiezingen, terwijl we dan eigenlijk al bezig moeten zijn met de Vlaamse, federale en zelfs lokale verkiezingen. Tegen mei 2023 gaan we naar ons groot ledencongres, dat het startschot moet zijn voor de verkiezingscampagnes.”
Dat ideeëncongres wordt voorafgegaan door vijf themadagen, waarvan u er een zal leiden in Genk, met als thema ‘Welvarend Vlaanderen’. Ligt het programma al vast?
“Neen, want we zijn nog met verschillende potentiële sprekers in contact. We hebben ons intern werk met de congrescommissie, waarin we het materiaal van de werkgroepen omzetten naar teksten die uiteindelijk onder de N-VA-leden verdeeld zullen worden zodat erover gestemd kan worden. Parallel daarmee organiseren we die studiedagen. We hebben er al één achter de rug, ‘Leefbaar Vlaanderen’, rond klimaat. Zaterdag zal het in Leuven gaan over identiteit, inburgering en integratie. Die themadag wordt getrokken door Theo Francken en de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb komt er spreken. Dan volgt er nog een over welzijn, over het institutionele en ik sluit af met het onder andere het socio-economische luik en de arbeidsmarkt.”
“Ik begrijp niet dat er mensen zijn die zichzelf volksnationalist noemen en tegelijkertijd denken dat Poetin nu het juiste doet.”
Bij uw aanstelling had u het over “de verbindingen weer opzoeken”. Wat bedoelde u daar precies mee?
“De verbindingen met onze corebusiness. We vertrekken vanuit het Vlaams-nationalisme, vanuit de open gemeenschap die we willen zijn. Dat hele institutionele moet een manier, een middel zijn om te komen tot een gemeenschap waarin wij onszelf kunnen zijn als Vlaming. Daaraan zit een zeer belangrijk socio-economisch luik gekoppeld. We gaan ervan uit dat de mens een verstandig wezen is dat voor zichzelf wil zorgen. Dat moeten we faciliteren.”
“Verhofstadt verborg het nog met sale-and-leasebackoperaties, maar dit is gewoon open en bloot bedragen uit de begroting halen”
Confederalisme is volgens u het middel om tot goed bestuur te komen?
“Confederalisme is inderdaad een middel om te bereiken wat we willen, namelijk een warm, leefbaar Vlaanderen.”
Wordt dat dan ook hét verkiezingsthema voor de N-VA?
“We hebben in 2014 een groot congres gehad en hebben daar onze plannen voor het confederalisme volledig uitgewerkt. Die blijven ook vandaag overeind. We nemen ook geen woord terug van wat we toen beweerden, integendeel. De invalshoek zal zijn: vanuit de verschillende elementen die een maatschappij maken, namelijk het socio-economische, milieu en klimaat, onderwijs en de manier waarop we voor elkaar zorgen… Het confederalisme is daarvoor een middel dat overeind blijft, dat staat buiten kijf.”
Milieu en klimaat lijken thema’s die bij de volgende verkiezingen terug zullen komen. Hoe kan de N-VA daarop winnen?
“Wij hebben ons gepositioneerd als ecorealisten. Historisch gezien is er vanuit het Vlaams-nationalisme altijd veel respect geweest voor de omgeving en het milieu met het idee dat je een stuk grond maar één keer kan aansnijden. We moeten zorg dragen voor de omgeving waarin we leven. Maar als ecorealisten denken we niet dat we minder moeten doen, maar willen we vooral vertrouwen hebben in technologieën die de toekomst mogelijk maken.”
“Het loopt federaal zo slecht dat Vlaanderen van de media ook geen succesverhaal mag zijn”
Maar ook op Vlaams niveau zijn omgeving en milieu moeilijke thema’s. Denk aan stikstof, het mestactieplan, Ventilus…
“Men heeft in het verleden vaak heel grote beloftes gedaan en op Europees niveau vaak enthousiast meegestemd, zonder na te denken over de concrete gevolgen. In het stikstofdossier gaat het om moeilijke beslissingen die lang voor zich uit zijn geschoven en die niet altijd gerespecteerd zijn. Dat daardoor heel zware keuzes gemaakt moeten worden, lijkt me wel duidelijk.”
Het is duidelijk dat het in de federale regering niet altijd koek en ei is, maar ook op Vlaams niveau botsen de partijen geregeld. Hoe komt het dat de partijen het ook op Vlaams niveau moeilijker met elkaar kunnen vinden?
“Media focussen vandaag veel sterker op die debatten en de realisaties worden volgens mij veel te weinig belicht, terwijl daar vroeger nog wel ruimte voor was. Ja, er wordt weleens fel gediscussieerd binnen die Vlaamse regering, maar er worden nog steeds goede beslissingen genomen en stappen gezet. Als we het hebben over stikstof: grote debatten, maar er worden ook keuzes gemaakt. De jobbonus wordt versterkt, er wordt ingegrepen op de arbeidsmarkt, … Zuhal Demir is ook bezig met het uitbouwen van die Vlaamse rechtspraak. Op het vlak van onderwijs zijn we toch stilaan terug stappen vooruit aan het zetten. En die goede beslissingen worden vandaag helemaal niet meer belicht.”
Is er sprake van een perceptiestrijd?
“Ja, en die valt heel moeilijk te winnen. De mate waarin de mainstreammedia geduld, begrip en empathie hebben voor alles wat er gebeurt bij de federale regering, staat in schril contrast met de wijze waarop men naar de Vlaamse regering kijkt. Deelnemers van die federale regering zeggen zelf: ‘Vivaldi, dat loopt voor geen meter.’ Als je enkel nog maar deze week bekijkt op welke wijze men daar met meer dan anderhalf miljard euro schuift in de begroting… Het lijkt wel alsof men zegt: ‘Het loopt federaal zo slecht, dan mag Vlaams ook geen succesverhaal zijn, want anders is het contrast te groot.’”
Het was N-VA-Kamerlid Sander Loones die de fouten in de begroting aan het licht bracht. N-VA lijkt te vinden dat het niet Eva De Bleeker was die de grote fouten maakte, maar Alexander De Croo. Toch is het Eva De Bleeker die nu ontslag heeft genomen…
“Ik heb enorm veel bewondering voor Sander, hij haalt op dat federale niveau continu dergelijke fouten naar boven. Ik kan het mij maar voorstellen dat ik als bedrijfsleider op dezelfde manier zou omgaan met mijn rekeningen… Ik denk niet dat de fiscus dat zou aanvaarden. Je kan niet aan de ene kant zeggen dat een maatregel genomen is om aan de andere kant de kost daarvan niet in te schrijven. Dat is te gek voor woorden.”
“Ik denk dat De Bleeker in eer en geweten gedaan heeft wat ze moest doen als staatssecretaris van Begroting, namelijk proberen om een juiste weergave te geven van al wat binnenkomt en buitengaat. Als ik hier in Hasselt mijn financieel directeur zou vragen om een kost waarvan we zeker zijn dat die er zal zijn, niet op te nemen in de begrotingstabellen, dan doet die dat niet. En ik denk dat De Bleeker dat ook zo zag, maar dat premier De Croo hierin een verpletterende verantwoordelijkheid draagt, met een totale afwezigheid van enige verantwoordelijkheidszin voor de staatshuishouding van dit land.”
Zelfs aan Franstalige zijde was er lof voor het parlementaire werk van Sander Loones, daar moet je als N-VA’er toch al flink je best voor doen. Denkt u dat de premier had gehoopt dat niemand die “rekenfout” had opgemerkt?
“Die vraag moet je aan De Croo zelf stellen. Maar op het ogenblik dat er je er voor anderhalf miljard naast zit nog denken dat je dat kan wegduwen door wat communicatie… Kranten, commentatoren en politieke professoren voelen nu ook aan dat dit écht fout is. Carl Devos geeft zelfs aan dat hij dit in dertig jaar niet gezien heeft. Verhofstadt, die verborg het nog. Die stak het weg in handelingen, ‘sale-and-leasebackoperaties’ enzovoort. Maar dit is gewoon open en bloot bedragen die buiten elke discussie verantwoord moeten worden, uit de begroting halen.”
Ik haal een citaat van u uit 2018 naar boven, toen u nog minister van Defensie was: “En dan kan je naïef zijn en zeggen: we gaan praten met de Russen. We moéten praten met de Russen, maar de vraag is hoe je aan tafel komt. Poetin verstaat maar één taal: die van de macht. In Kaliningrad staan raketten met kernkoppen op Europa gericht.”
“Mijn persoonlijke mening is dat het praten met Poetin voorbij is. Natuurlijk zitten we in een oorlog en is alles wat daarover geschreven wordt op een of andere manier gestuurd. Dat is wat ik onthoud uit mijn periode als minister: communicatie in oorlogstijden is moeilijk volledig helder te krijgen. Toen we tegen IS aan het strijden waren, heb ik zelf gezien hoe de Russen er zonder al te veel moeite in slaagden om bij ons debatten op gang te brengen door verhalen te verspreiden over burgerslachtoffers die gemaakt zouden zijn door Belgische F-16’s. Probeer maar eens te bewijzen dat je iets niét gedaan hebt. Rusland is dus zeer goed in die hybride oorlogsvoering en in het bespelen van media, ook nu nog. Ik begrijp niet dat er mensen zijn die zichzelf volksnationalist noemen en tegelijkertijd denken dat Poetin nu het juiste doet. Ik geloof in soevereiniteit van de volkeren, van het autobeschikkingsrecht. In dat kader weet ik niet hoe iemand het kan verdedigen dat er in de 21e eeuw nog zuivere gebiedstoe-eigeningen gebeuren op ons continent.”
“Als ecorealisten denken we niet dat we minder moeten doen, maar willen we vooral vertrouwen hebben in technologieën die de toekomst mogelijk maken”
U wilde als minister van Defensie toen al naar een defensiebudget van 2 procent van het bbp, maar klopte uiteindelijk af op 1,3 procent.
“Ik heb destijds altijd gepleit om op alle vlakken, dus ook de NAVO, te investeren. Ik heb daar mijn best voor gedaan binnen de Zweedse regering, maar men had niet kunnen verwachten, maar toch misschien moeten verwachten dat het zou escaleren. Hij is weggekomen met de Krim, waarom zou hij niet nog eens proberen?”
“Dat wij 70 jaar op dit continent hebben kunnen leven zonder oorlog op ons grondgebied, hebben we vooral te danken aan een aantal internationale samenwerkingsverbanden. Als minister heb ik ooit een plan laten tekenen voor 2 procent, maar dat was toen budgettair niet haalbaar en de geesten stonden er niet naar. De bezetting van de Krim was relatief stil gebeurd, de enige impact die we hier hebben gehad waren de boeren uit Sint-Truiden die hun peren niet meer verkocht kregen. Destijds zijn we wel akkoord gegaan over een plan om tegen 2030 aan 1,3 procent van het bbp te zitten.”
U bestelde als minister van Defensie de SkyGuardian-drones en besloot om de mogelijkheid te nemen om ze te bewapenen. Vivaldi weigert die bewapening toe te staan. Begrijpt u dat?
“Wat mij betreft is die drones aankopen en ze niet bewapenen een stommiteit. Dat zijn dezelfde soort keuzes als vandaag met de duurste helikopter enkel reddingsmissies doen. De SkyGuardian is een heel goede verkenningsdrone, maar heeft veel meer in zijn mars.”
Groen en Ecolo noemen het ‘killer-drones’, maar de Belgische legertop pleit er ook voor ze te bewapenen.
“In een F-16, of straks een F-35, zit een piloot, maar die heeft ook een heel systeem achter zich. Uiteindelijk is het een ‘red card holder’ die bepaalt of er al dan niet bommen geworpen worden. Dat is niet anders bij die drones. Want die piloot is ook ondersteund door heel wat systemen, maar de drone zal nooit autonoom besluiten om tot gewapende actie over te gaan. Dat zal altijd een menselijke beslissing blijven. En bekijk het eens van aan de andere kant: stuur een drone uit die bestuurd wordt vanuit een bunker buiten het strijdtoneel. De piloot van die drone zal nooit gefilmd worden wanneer IS een hoofd afsnijdt of een jerrycan petroleum over hem heen gooit en hem in brand steekt. Dat is wel gebeurd met onder andere Jordaanse piloten die waren neergestort en gevangengenomen boven het oorlogsgebied.”
BURGEMEESTER VAN HASSELT
U gaf uw functie als minister van Defensie door om in Hasselt burgemeester te worden. Heeft u daar ooit spijt van gehad?
“Dat is geen eerlijke vraag, want je kan dat niet vergelijken. Feit is dat in 2018 mijn lokale afdeling en de nationale partij mij gevraagd hebben om formeel kandidaat-burgemeester in Hasselt te zijn. Ik heb toen ook tegen Bart De Wever gezegd: ‘Kijk, als ik de lokale verkiezingen win, dan ben ik wel weg, hé. Dan ga ik mijn mandaat ook opnemen.’ Dus toen ik de verkiezingen hier won, ben ik gestopt als minister en burgemeester van Hasselt geworden.”
“De twee functies zijn niet te vergelijken. Als minister ben ik op plekken geweest waar niemand anders komt, ik heb in een F-16 gezeten, ik heb aan tafel gezeten met Obama tijdens NAVO-vergaderingen, ik heb op het koninklijk paleis aan tafel gezeten met Trump zoals wij hier tegenover elkaar zitten, ik heb mijn handtekening gezet onder het contract voor de aankoop van F-35’s,… Wie maakt dat mee in zijn leven? Dat zijn zaken die je niet meemaakt als burgemeester van Hasselt. Daartegenover staat dat wanneer ik hier buitenstap, ik aangesproken word door mensen die zeggen: ‘Burgemeester, ik heb u twee weken geleden een e-mail gestuurd, intussen zijn ze bij mij in de straat langsgekomen. Bedankt.’ Dat maak je als minister niet mee. De voeling, de onmiddellijke impact van het beheer van de stad, staat veel dichterbij en de effecten zijn zichtbaar. Ik denk dat we Hasselt een nieuw elan gegeven hebben, waar we in 2024 hopelijk ook bedankt voor zullen worden.”
Blijft u – indien de kiezer het zo wil – ook na 2024 nog burgemeester?
“Mijn voornemen is alleszins om mij opnieuw kandidaat te stellen. Ik moet aan mijn partij nog vragen of dat mag, maar ik vermoed dat men mij wel zal steunen. Ik wil mij in 2024 zeker opnieuw aan de kiezer aanbieden.”
Wat zijn de grootste uitdagingen voor Hasselt?
“Wij hebben hier een bestuur overgenomen toen de kas zo goed als leeg was, en waar het bestuur de laatste tien jaar vooral met zichzelf bezig was. U bent hier nu te gast in ongetwijfeld een van de mooiste stadhuizen van het land, een gebouw ‘voor in de boekjes’, maar het is voor de maat van Hasselt nogal megalomaan. Aan de andere kant zag de burger zich vervreemden van zijn stad. Hasselt kent een enorme groei, we zijn de 80.000 inwoners gepasseerd. Als centrumstad trekken we aan de ene kant heel wat diversiteit aan en aan de andere kant ook heel wat senioren vanuit heel Limburg. De ambitie is om van al die mensen fiere Hasselaren te maken, door te investeren in ruimtelijke ordening, cultuur, mobiliteit, enzovoort.”
STEVEN VANDEPUT
- Burgemeester Hasselt
- Ondervoorzitter N-VA
- Vlaams Parlementslid
- Oud-minister van Defensie