Het beeldfragmentje duurt nog geen dertig seconden, maar zal binnen een dikke maand ongetwijfeld prominent aan bod komen en herhaald worden in de politieke jaaroverzichten. Het gaat natuurlijk om de beelden van Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert die wegrent voor de cameraploeg van Terzake.
Na voor een zoveelste keer vechtend over de straatstenen gerold te hebben verzamelden de liberale partijvoorzitters Bouchez en Lachaert om de brokken te lijmen. Toen de Vlaamse helft van het bont en blauwe duo nadien opgewacht werd door een cameraploeg van Terzake probeerde hij deze eerst straal te negeren, om nadien plotsklaps als een kat in het nauw 180 graden rechtsomkeert te maken en weg te rennen.
Lopen Vld
Het zijn nu al iconische beelden, die herinneringen oproepen aan een wegvluchtende Yvan Majeur of Eliane Liekendael. De grapjes schreven zichzelf, van “Wegbert Lafaert” tot “Lopen Vld”. Het korte filmfragment lijkt voor velen symbool te staan voor de wereldvreemdheid van een groot deel van de politieke klasse – en de Vlaamse liberalen in het bijzonder.
Toch zijn politici ook maar mensen. Net als andere stervelingen struikelen ook zij weleens over hun eigen woorden en voeten. Ook zij antwoorden zo nu en dan “voor u ook”, als de ober hen “smakelijk eten” wenst, in weerwil van alle dictielessen en mediatraining. Net als de meesten onder ons kunnen ze compleet tilt slaan in stresserende situaties, waarna hun oervluchtreflex even de controle overneemt in hun primatenbrein.
Kiesdrempel
Dat lopende Lachaert van eigenaardigheden beticht wordt, heeft dus veel meer te maken met de neppe, gecontroleerde communicatiestijl die eigen is aan de politiek. Dat neemt niet weg dat hem en zijn kornuiten wel degelijk wereldvreemdheid voor de rennende voeten geworpen kan worden, maar die wereldvreemdheid is vooral terug te vinden in hun beleidskeuzes.
De voorbeelden waren afgelopen week legio: een justitieminister die zelfs na de moord van een agent blijft liegen over nultolerantie, het ontslag van een staatssecretaris omdat ze begroting weigerde te frauderen en als kers op de taart een nieuw rondje ‘klimaatbetalen’ dat als een overwinning wordt verkocht.
Niet lang na de ophef die ontstond rond de toezegging van 25 miljoen euro klimaatsteun voor Mozambique, vond Groen het een goed idee om een lichtpuntje aan te wijzen in het “teleurstellende” (want niet duur genoeg) COP27-klimaatakkoord: de oprichting van een klimaatfonds. Hoewel de precieze werking van het fonds nog niet uitgeklaard is, zijn het ongetwijfeld de rijkere landen – die ironisch genoeg meer klimaatinspanningen leveren – die het geld zullen moeten ophoesten. Groenen en liberalen spelen intussen een wedstrijdje ‘om ter wereldvreemdst uit de hoek komen’. Wie van hen sprint er het eerst onder de kiesdrempel?