De stripmuren in Brussel zorgen voor genot bij jong en oud. Het is dan ook weinig verrassend dat feministische activisten ze liever zien verdwijnen.
Onze hoofdstad Brussel is een al bij al treurige plek die jaar na jaar aan troosteloosheid lijkt te winnen. Een van de weinige kleurrijke lichtpuntjes in een noodgedwongen verplaatsing door dit hellegat zijn de befaamde stripmuren, luchthartige en humoristische verwijzingen naar onze stripverhalen. Dit erfgoed is een van de weinige dingen dat de culturele verschillen tussen Frans- en Nederlandstaligen nog weet te overstijgen.
Als er één ding is waar feministen een hekel aan hebben, dan is het wel plezier. Dat bleek afgelopen week opnieuw toen de azijnpissende zuurpruimen van Noms Peut-Être hun onvrede over de Brusselse stripmuren kenbaar maakten.
Racisme en seksisme
Een dertiental kunstwerken stoten het collectief in het bijzonder voor de borst en worden door hen als racistisch of seksistisch beschouwd. Onder seksisme verstaat men mooie of schaars geklede vrouwen. Een van de ‘racistische’ tekeningen is ‘Oh! Lieve hemel’, waarop een agent een zwarte man in de gaten houdt. Dat de stripmuur een ironische aanklacht is tegen etnisch profileren is de humorloze feministen compleet ontgaan.
Om tegemoet te komen aan de klachten, liet de stad Brussel QR-codes bij de werken plaatsen. Deze geven meer context over de afbeeldingen. Weinig verrassend nemen de activisten daar geen genoegen mee. “Die moeten geen QR-code krijgen, maar gewoon verdwijnen”, klinkt het in Nieuwsblad. “Want uitleg of niet, ze blijven intimiderend, vijandig, vernederend en kwetsend. Vrouwen worden voorgesteld als seksuele objecten of zijn ondervertegenwoordigd. Op de muren wordt politie afgebeeld die racistische misdrijven pleegt en wordt kolonisatie verheerlijkt. Welke boodschappen communiceert de stad Brussel daarmee naar alle voorbijgangers en naar de kinderen van scholen in de buurt?”