Op 26 oktober laatstleden waarschuwde de VS-ambassade in Pretoria haar burgers dat mogelijk een terreuraanslag zou worden gepleegd in Sandton, het financiële centrum van Johannesburg. Deze waarschuwing werd prompt door enkele andere westerse ambassades overgenomen. Het gevolg was een verhoging van de veiligheidsmaatregelen, niet alleen in Sandton zelf, maar ook in de metro van Johannesburg en in verband met de Gay Pride Parade.
Het is niet de eerste maal dat soortgelijke boodschap door de Amerikaanse ambassade wordt uitgezonden. Ook midden 2016 waarschuwde ze voor mogelijke aanslagen op winkelcentra in Kaapstad en Johannesburg. Opvallend ditmaal was echter dat de ambassade voordien geen contact had genomen met de Zuid-Afrikaanse regering. Voor professor Hussein Solomon, terreurspecialist aan de Vrijstaatuniversiteit, wees dat duidelijk op een gebrek aan vertrouwen. Hij verwees hierbij niet alleen naar het falen van de Zuid-Afrikaanse inlichtingendiensten bij de rellen in juli vorig jaar, maar eveneens naar de grote corruptie in het land dat terreurorganisaties als al Qaida of ISIS toelaat er gemakkelijk geld in te zamelen. Zuid-Afrika riskeert daarmee op de zogenaamde ‘grijze lijst’ terecht te komen.
Niet nieuw
Volgens Solomon, die al 15 jaar waarschuwingen uitte, heeft de regering in Pretoria weinig gedaan om de financiering van terreurorganisaties vanuit het land tegen te gaan. Ook het blad The Economist meldde regelmatig dat ISIS in Zuid-Afrika een gemakkelijke plek vond om aan centen te geraken. Solomon schrijft dit toe aan de grote corruptie, de sfeer van wetteloosheid en de fractiegevechten binnen het regerende ANC, die zelfs gevolgen hebben tot binnen de veiligheidsdiensten. In zijn boek “Jihad, A South African perspective” geeft hij trouwens verschillende voorbeelden. Zo was er het geval van Zuid-Afrikaanse moslims die voor twee geldbronnen voor Al Qaeda zorgden. Beide waren gecamoufleerd als welzijnsorganisaties voor weeskinderen die niet bleken te bestaan. In een ander geval werd geld versast van wettige naar valse maatschappijen, eenvoudigweg door van dezelfde naam gebruik te maken. Elders had men 60 personeelsleden in het Zuid-Afrikaans registratiekantoor van maatschappijen en intellectueel eigendom omgekocht. Weer iemand anders slaagde erin hopen geld over de grens met eSwatini (Swaziland) te smokkelen. Hij werd slechts betrapt bij de honderdvijftigste poging.
Grijze lijst
Hoe dan ook loopt Zuid-Afrika het risico om op de ‘grijze lijst’ van de Financiële Actietaakmacht terecht te komen. Deze internationale organisatie gaat na welke maatregelen de regeringen tegen geld witwassen en terreurfinanciering nemen. Bij de laatste beoordeling in 2021 werd opgemerkt dat Zuid-Afrika wel over de nodige middelen beschikte tegen deze praktijken, maar dat de bestraffing te wensen overliet. Er werden toen zo’n 20 aanbevelingen gedaan die slechts gedeeltelijk werden uitgevoerd. Het land riskeert dan ook bij de volgende evaluatie begin volgend jaar als minder betrouwbaar te worden geklasseerd.
Belangrijker is echter dat het vertrouwen tussen de inlichtingendiensten van de VS en Zuid-Afrika zoek is. Volgens Henning van Aswegen, gewezen docent aan de Nasionale Intelligensie-akademie in Pretoria, zou dat de reden zijn dat de VS in de Sandtonzaak eenzijdig en proactief optrad. Dit wantrouwen kan te maken hebben met het stemgedrag van Zuid-Afrika in de Verenigde Naties omdat het weigert Rusland en Iran te veroordelen. Anderzijds zal het feit dat men in Zuid-Afrika slechts te maken heeft met een kleine en vergeleken met de rest van Afrika minder armoedige moslimbevolking bij de lakse houding van de autoriteiten wel een rol spelen. Niettemin zijn er ook in dit land doelwitten die met het Westen kunnen worden verbonden, terwijl radicalisering van vooral jonge moslims niet kan worden uitgesloten.
Maar, schreef Solomon al jaren geleden, men is meer bezorgd om de activiteiten van extreme maar kleine organisaties als Boeremag dan die van Al Qaeda. Om nog niet te spreken van de energie die men steekt in het achterhalen van de bronnen van voor de regering kritische journalisten.