Het WK in Qatar heeft nog maar eens bewezen dat sport veel meer kan betekenen dan alleen maar ontspanning en vertier. Sport geeft vaak een podium aan sporters om politieke thema’s te belichten. Europese nationale voetbalploegen, waaronder de Belgische, zakten er pijnlijk door het ijs als holle deugpronkers. Maar het kan ook anders.
Een politiek statement maken of een onrecht aanklagen is maar al te vaak meesurfen op de golven van de politieke mode. Zelfs de corrupte Wereldvoetbalbond zegt elke dag tegen racisme te strijden. Lege gebaren zijn legio en ze verdienen daarom weinig respect.
Heel anders is het wanneer vooraanstaande sporthelden hun principes belangrijker vinden dan de eigen sportieve prestaties van het moment, namelijk wanneer ze dus ten koste van zichzelf een hoger doel dienen. Mensen die in eigen vlees snijden wanneer ze het zouden kunnen vermijden, maar die beseffen dat er sommige dingen belangrijker zijn dan de volgende wedstrijd. Mensen die inspireren.
Muhammad Ali
Zo koos Muhammad Ali, de grootste bokser ooit en volgens sommigen de grootste sportman aller tijden, ervoor om de strijd aan te gaan met het Amerikaanse establishment. Ali was 25 jaar en begon fysiek aan zijn beste jaren als bokser. Hij had eerder Sonny Liston verslagen en was wereldkampioen bij de zwaargewichten.
De Vietnamoorlog woedde echter volop en het Amerikaanse leger riep hem op. Ali weigerde en had gewetensbezwaren. “Ik heb geen ruzie met die Vietcong” en “Waarom zouden ze me vragen om een uniform aan te trekken en tienduizend kilometer van huis te gaan en bommen en kogels te gooien op bruine mensen in Vietnam, terwijl zogenaamde negers in Louisville als honden worden behandeld en eenvoudige mensenrechten worden ontzegd?”
Op 20 juni 1967 werd Ali veroordeeld voor het ontduiken van de wet, veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf, een boete van 10.000 dollar en een verbod van drie jaar om te boksen. Hij bleef uit de gevangenis omdat hij in beroep ging, maar hij keerde pas terug in de ring eind 1970. Ali ontving veel haat en kreeg doodsbedreigingen. In die tijd werd de oorlog nog gesteund door de brede bevolking. Hij inspireerde Tommie Smith en John Carlos om de Black Power-groet te brengen op de Olympische Spelen van ’68 om het onrecht in de VS aan te klagen. Zij werden verbannen door het IOC.
Wél in het leger
Het omgekeerde verhaal is dat van Pat Tillman. Tillman was een American Football-speler. Hij draaide al enkele seizoenen mee in de NFL en op zijn 27 jaar kende hij ook zijn beste jaren. In de lente van 2002 trouwde hij met zijn jeugdliefde. Maar toen kwamen de aanvallen van 11 september waarbij duizenden mensen gedood werden door islamitische terreur. De atleet legde een contractaanbieding van 3,6 miljoen dollar naast zich neer en ging naar het leger. Hij diende in Afghanistan, maar dat liep niet goed af. Een hinderlaag zorgde voor verwarring en hij stierf door kogels afgevuurd door het eigen Amerikaanse leger, ‘friendly fire’ zoals dat heet.
Covid
Novak Djokovic geldt als een van de beste tennissers ooit. Maar wanneer in volle coronagekte men hem tot het innemen van een vaccin wilde dwingen, weigerde hij. Ook hier was de kost groot. Toen hij naar de Australian Open trok, hielden de autoriteiten Djokovic tien dagen vast. Daarna deporteerden ze hem. Nochtans had Djokovic net corona gehad en was hij dus niet besmettelijk. Zijn titel kon hij echter niet meer verdedigen. Later mocht hij ook Amerika niet binnen en kon hij dus niet meedoen aan de US Open. Djokovic miste ook enkele Mastertoernooien. Hij kon wel meedoen aan Wimbledon en de ATP Finals, die hij beide won. Het prijzengeld van de gemiste toernooien ligt boven de 2,5 miljoen dollar per stuk.
Iran
Ook de Iraanse ploeg in Qatar verdient respect, want hun verzet kan nog een staartje krijgen in een land waar de ayatollahs al heel wat vooraanstaande sportlui executeerden, onder wie de toenmalige kapitein van de nationale ploeg. Allemaal toch wat zwaarder dan een gele kaart…