Antwerpse iconen De Strangers bestaan dit jaar 70 jaar. In 2002 was hun laatste officiële optreden, maar af en toe zingen ze nog eens een liedje tijdens speciale gelegenheden. Dat was in juni het geval op het Stadhuis in Antwerpen met Bart De Wever als vierde Stranger én voor ’t Pallieterke wanneer we hen gingen interviewen. Nest Adriaensen (81) kon er niet bij zijn, maar wij hadden de eer en het genoegen te praten met John De Wilde (89) en Alex Boeye (88). Zij werden vergezeld door Rene Van Camp, Strangerskenner en secretaris van vzw De Strangers v’r Altaaid.
De Strangers bestaan dit jaar 70 jaar. In juni was er een feest op de Flandriaboot in Antwerpen. Hoe is dat verlopen?
John: “Rustig.”
Alex: “In mineur vergeleken met de andere huldigingen wanneer we in 2002 ons laatste officiële optreden gedaan hebben in de Koningin Elisabethzaal. Dat had toen wat grandeur. Nu was het in de Flandriaboot en die lag daar ergens aan een vergeten dok.
John: “Dat motiveerde niet, hè…”
Alex: “Maar wij waren er niet op uit om nog eens gehuldigd te worden. Het was wel nogal matig dus.”
Een beetje matig, maar toch leuk dat jullie uitgenodigd waren?
John: “Het was wel leuk dat we daar opnieuw eens bij elkaar zaten en over vroeger konden praten, want er is niets zo plezant als dat wat we samen hebben gedaan. We wisten trouwens niet dat we als jongens die niet beroemd zijn toch nog altijd worden gespeeld. Op de radio zelfs, op de Vermassacreerde Radio en Televisie (lacht).”
Alex: “Ja, daar pakt John al 20 jaar mee uit (lacht).”
Bart De Wever kon uiteindelijk toch niet komen, maar heeft het wel ruimschoots goedgemaakt door jullie daarna op het stadshuis uit te nodigen…
Alex: “Opgepast, er zijn wel twee bevallige schepenen aan boord van de Flandria gekomen om ons geluk te wensen en ons te zoenen. We hebben de eer gehad om Annick De Ridder en Nabilla Ait Daoud te ontmoeten, wat op onze ouderdom een gunst is (lacht).”
En ze kenden jullie (lacht)?
John: “Je zou ervan verschieten tot hoever ze ons kennen. Of je nu naar Wallonië gaat of ver op reis. Ik heb samen met mijn vrouw zelf meegemaakt dat ze ons in Turkije en Griekenland kenden. In Turkije was er een koppel met een kindje in de bergen aan het stappen en mijn vrouw stelde voor ze een lift te geven. Dus wij hebben ze dan gebracht naar hun dorp hoog in de bergen. Iedereen van dat dorp is ons goeiedag komen zeggen en ze melkten hun schapen want wij waren op bezoek.”
Alex: “En dat was zowat rond dezelfde tijd dat de invasie van de Turken hier begonnen was…”
Rene: “… want ze wilden allemaal den John komen bekijken hè (lacht).”
Na het feestje in de Flandriaboot hebben jullie naar aanleiding van jullie 70-jarige carrière gezongen met Bart De Wever als vierde Stranger op het balkon van het stadhuis in Antwerpen. Kunnen jullie daar iets meer over vertellen?
John: “Ik zat even met iets anders in mijn hoofd omdat daar ook een andere ex-burgemeester was die ons niet goed gezind was. Die zei ‘ik wist het, ik wist het, ik wist’, en die heeft gezorgd dat al die knoppekes dichtgingen.”
Alex: “Bob Cools van de SP was dat.”
John: “Dat is die met drie ‘nullen’: Bob Cools. Dat zijn drie nullen (lacht).”
Alex: “Cools was een rasechte rooie rakker en hij kon het niet verdragen dat wij voor de ‘hellebaarden’ mochten optreden. Buiten stonden er zelfs mensen te betogen tegen ons. Maar alle andere burgemeesters hebben ons met respect, en zelfs hartelijk, behandeld. Bart De Wever kende de tekst goed én hij zong ook niet vals.”
De Wever heeft gezegd dat jullie het “naoorlogse Antwerpen vertegenwoordigen” en “levend erfgoed” zijn. Hij vond het “heel mooi” om ‘Antwarpe’ als stadslied te horen weerklinken. Dat moet toch deugd gedaan hebben?
John: “Dat heeft ons inderdaad allemaal veel deugd gedaan.”
Rene: “Vorige week is er een reactie gekomen op YouTube op ons filmpje van ‘Antwarpe’door een Amerikaanse dame. Ze vroeg of ze ons liedje mocht aankopen en gebruiken in haar video die ze gemaakt heeft toen ze Antwerpen bezocht en of we de tekst voor haar kunnen vertalen naar het Engels. Ik ben het nu aan het vertalen. We worden internationaal gewaardeerd (lacht).”
Alex: “Ik vind beroemd zijn helemaal niet belangrijk. Het is allemaal over ons heen gekomen. Toen we De Strangers oprichtte in de vroege jaren vijftig was het niet onze bedoeling om Vlaanderen te veroveren. We waren al gelukkig dat we in de parochie op het Kiel op een podium mochten staan. We kunnen niet anders dan tevreden zijn, maar ik verlang geen eerbetuigingen meer hoor.”
Welke viering vonden jullie beter, die van ‘50 jaar Strangers’ of die van ‘70 jaar Strangers’?
Alex: “Het optreden in de Koningin Elizabethzaal vond ik het van het. Ze hebben ons daar een beetje te veel eer aan gedaan (lacht). Dat van de 70 jaar vond ik maar een afkooksel. Ik stond er niet op om gehuldigd te worden. Ik zit meer in met mijn gezondheid en die van mijn vrouw.”
In de jaren negentig was er nogal wat controverse omdat jullie opgetreden hebben voor het Vlaams Blok, wat toen geleid heeft tot een mediaboycot door onder andere de VRT. Hoe hebben jullie daar toen op gereageerd?
Rene: “(kijkt en wijst naar John) Dat is nog altijd niet verteerd…”
John: “Nee, dat is nooit verteerd. Dat kan ook niet. Je doet zoveel goede dingen zonder er iets voor te vragen, naar homes gaan en dergelijke, en dan krijg je zoiets over je heen…”
Rene: “Het is een vast gegeven dat elke keer wanneer er een viering is nog steeds vermeld moet worden dat er een ‘donkere periode’ is geweest in 1992. Dat is altijd een onderdeel van de historie van De Strangers. Het mag blijkbaar niet vergeten worden.”
John: “En dat is helemaal niet logisch.”
Alex: “Een opvallend detail: Johan Anthierens was naar de studio gekomen toen we het nummer ‘De gastarbeider’ opgenomen hadden. Hij prees ons toen de hemel in. Maar wanneer we een jaar later ‘De Zieke-Kas’ schreven, was zijn liefde voor ons voorgoed voorbij (lacht).”
Rene: “Hij heeft nadien naar aanleiding van ‘35 jaar De Strangers’ toch nog een mooie reportage over ons geschreven in De Morgen. Hij bleef uiteindelijk toch nog altijd een fan.”
John: “Dat maakt veel goed en fijn dat ’t Pallieterke dat gaat vermelden. In een andere krant ga je dat niet vinden (lacht).”
Jullie appreciëren ’t Pallieterke dus nog altijd na al die jaren?
Alex: “Natuurlijk, iedere week is dat ons leesvoer.”
John: “En dat is al jaren zo. Ik vond het heel mooi dat ooit in ‘t Pallieterke geschreven stond dat De Strangers ‘iconen’ zijn.”
Terugkomend op die mediaboycot in de jaren ’90, als men jullie liedjesteksten bekijkt, zo erg zijn die dat toch niet? Ligt dat niet vooral aan een bepaalde zijde van het politieke spectrum?
Rene: “Er zijn maar een paar ‘foute’ liedjes, maar die worden dikwijls uitvergroot. In de reacties van sommige mensen wordt soms gezegd dat wij het ‘huisorkest van het Vlaams Belang’ zijn. Dit terwijl er slechts één ‘verkeerd’ liedje is. Voor de rest is er niet veel verkeerds aan.”
Die controverse is er alleen gekomen omdat jullie op dat moment een optreden voor het Vlaams Blok gedaan hadden. Maar jullie gaven ook concerten voor andere partijen en ook voor De Morgen zelfs…
Alex: “Ja, zelfs voor de Communistische Partij in Aalst hebben wij ooit opgetreden.”
John: “Je moet weten dat ik oorspronkelijk de enige socialist was van de groep en mijn meter – die heel katholiek was – had ons gevraagd om te komen spelen voor de dames op ’t Kiel. Dat was bij de ‘tsjeven’. Mijn vader die een knalrode socialist was, was daar niet mee opgetogen (lacht).”
Alex: “En dan is hij katholiek geworden (lacht).”
Rene: “Dan is hij ‘Stranger’ geworden (lacht).”
“Je zou ervan verschieten tot hoever ze ons kennen” – John
Hoe hebben jullie de mentaliteit zien veranderen tussen begin jaren ’90 ten tijde van de boycot en nu?
John: “Toen we vanuit het stadhuis naar beneden keken, zagen we dat het marktplein vol stond met mensen.”
Rene: “Ik denk dat de ‘gewone mens’ er niet slecht op gereageerd heeft. Het was een politiek element tijdens de opkomst van het Vlaams Blok. Alles wat te maken had met het Vlaams Blok moest de grond ingestampt worden. Voor ons was dat dus ‘collateral damage’. Als iemand met De Winter een bolleke was gaan drinken in Den Engel of Den Bengel, dan waren Den Engel of Den Bengel ook niet goed meer. Dat hebben wij met De Strangers ook meegemaakt, maar de gewone mens is altijd achter De Strangers blijven staan.”
Het grootste verschil is dus de reactie van de gewone mens tegenover die van de politici en de media?
Alex: “De politici hebben zich misschien wel wat gedeisd gehouden tegenover ons omdat ze wisten dat de bevolking Strangersgezind was.”
Rene: “Een Antwerpse politicoloog, Sinardet denk ik, heeft ooit gezegd dat politici De Strangers koesteren omdat dat goed is voor hun verkiezing…”
“Het optreden in de Koningin Elizabethzaal vond ik het van het” – Alex
Kunnen we concluderen dat jullie de muziekgroep van het ‘gewone volk’ zijn?
John: “Ja, zeker.”
Alex: “Zo zijn er wel nog geweest. Louis Baret bijvoorbeeld, die zong ook in het Antwerps.”
John: “Wij werden aanvaard door die mannen, ook al waren die beroemd. Wij moesten de dag na ons optreden gewoon gaan werken en dat was ook de bedoeling anders zouden wij nu geen pensioen hebben (lacht).”
In 2020 ontvingen jullie in de Spiegelzaal van het Paleis op de Meir in Antwerpen de ‘Prijs voor de Vrijheid’ als eerbetoon voor jullie jarenlange inzet voor de vrije meningsuiting in een democratische samenleving en meer in het bijzonder voor jullie maatschappijkritische liedjes. Hoe belangrijk vinden jullie die erkenning?
John: “Dat was het mooiste cadeau. Een mooie herinnering aan het feit dat we toch iets gedaan hebben waarvan we zeggen dat er toch nog wakkere mensen zijn geweest.”
Alex: “Dat deed genoegen.”
“Ik begrijp niet dat de jongeren enkel meedansen op Engelstalige muziek zonder te weten waarover het gaat” – John
Zouden jullie dat beschouwen als een van jullie belangrijkste verwezenlijkingen?
Rene: “Ja, vrijheid is belangrijk. Dat zie je nu ook in Oekraïne.”
Alex: “Ruziemaken brengt niets op.”
Wat beschouwen jullie nog als een belangrijk element van wat jullie nalaten?
John: “Ik begrijp niet dat de jongeren enkel meedansen op Engelstalige muziek zonder te weten waarover het gaat. Ze luisteren niet naar de tekst. Dat vind ik spijtig.”
Rene: “En zo krijg je dus dat liedjes over een scheiding op een trouwfeest gespeeld worden (lacht).”
Over trouwfeesten gesproken, jullie hebben ook wel populaire liedjes die op allerlei feestjes worden gespeeld…
John: “Ja, natuurlijk (lacht).”
Rene: “Zeker met ons liedje ‘Da konne we na’ wat onze eigen versie was van ‘Les Lacs du Connemara’. Daar zwaaien de mensen altijd met hun servetten.”
John: “Een van de mooiste herinneringen was toen we op het Koninklijk Paleis ontvangen werden door koning Boudewijn. We gaven hem een boek met al onze liedjesteksten en zeiden dat hij ze allemaal vanbuiten moest kennen tegen dat we terugkwamen. Daar moest hij mee lachen (lacht).”
Alex: “Ik vind dat nog altijd een misstap van ons, want ik ben een overtuigde orangist. Mijn droom is om verenigd te worden in een Groot-Nederland.”
John: “Bij mij is dat ook. Vergeet niet dat Vlaanderen behoorde tot de Spaanse Nederlanden en daar heb ik niks op tegen.”
Alex: “Ja, taal maakt een volk hè. België, dat is… Allee, hoeveel ministers zijn hier wel niet?
John: “Ja, maar we gaan hier niet te veel aan politiek doen hè (lacht).”
Alex: “Het maken van België was een diplomatiek aaneensmeden van Wallonië en Vlaanderen, maar dat kwam niet uit het hart, maar uit berekening en machtshonger. Een taal maakt een volk, volgens mij. Als we nu bij Nederland zouden zijn, zouden we meer serieus worden genomen en zouden we gelukkiger zijn. Als ik De Croo nu op een of ander internationaal forum zie, dan heb ik steeds de gedachte van ‘Wat doet die kleine dreumes daar nu?’, ‘Wie zijt gij?’. België hangt aan elkaar met anomalieën en rommel.”
Hoe hebben jullie Antwerpen zien evolueren in de laatste 70 jaar?
John: “Jongens, jongens, je moet een zeeman zijn om daarop te kunnen antwoorden (lacht). Vroeger was het helemaal anders. Mijn vader die vaarde met een schip en als die aanlegde, mochten de negers niet aan wal komen.”
Alex: “En nu mogen ze dat wel. Nu zie je af en toe nog eens een ‘witte’.”
John: “Ja, dat is zo, maar ik vind dat niet erg. Het is wel heel anders. Vroeger werden wij op ’t Kiel ontvangen en werden door de hele Abdijstraat geëscorteerd boven op een wagen. Nu weten ze niet meer dat wij van het Kiel zijn. Het druggerelateerde geweld van de laatste tijd vind ik wel verschrikkelijk.”
Alex: “Dat is op naam te schrijven van alle volkeren die in de loop van de jaren hier zijn komen huizen.
Je ziet het ook aan het straatbeeld. Hoe het huisvuil hier nu staat, dat had je veertig à vijftig jaar geleden niet. Ik voel mij een vreemde eend in de bijt. De buren links en rechts vallen wel mee.”
John: “Het is meer de grote groep die voor een ander klimaat zorgt.”
Wat moeten onze lezers zeker nog weten vooraleer we dit interview beëindigen?
John: “Dat ik heel fier ben dat ik in ’t Pallieterke mag verschijnen, voor de tweede keer.”
Alex: “Dat was eigenlijk nog de enige wens voor mijn dood (lacht).”
WOKE, SATIRE EN HUMOR
Wat denken jullie over een hedendaagse variant van politieke correctheid, namelijk het huidige woke-fenomeen?
John: “Ik vind dat een tijdelijk geval.”
Alex: “Ik kan mij daar niet meer druk in maken. Ik ben meer geïnteresseerd in de dagelijkse dosis ‘pillekes’ die ik moet slikken om mij overeind te houden (lacht). Mocht ik jonger zijn, zou ik mij daarvan wel distantiëren, maar nu denk ik dat dat wel zal stoppen. Alles gaat over.”
Jullie collega Urbanus is dit jaar 50 jaar bezig en hij zegt dat je goede humor moet maken zonder iemand te kwetsen. Kan dat eigenlijk wel?
John: “Nee, maar onze humor was niet beledigend.”
Rene: “Ik denk dat De Strangers hebben dat 50 jaar lang gedaan. We hebben nooit gekwetst.”
Alex: Met ons liedje ‘Arm varke’ hebben we de varkens misschien gekwetst, want ze gaan allemaal naar het vilbeluik (lacht).”
Ik vroeg het me af omdat sommige mensen zich veel sneller gekwetst voelen dan anderen en er voelt zich dus altijd wel iemand gekwetst door bepaalde humor.
John: “Ik vond onze humor niet beledigend. Ik vind trouwens de hele affaire van ons optreden bij het Vlaams Blok een heel spijtige zaak omdat we dat slechts eenmaal gedaan hebben en men er ons toch telkens opnieuw op pakt. Ik vind dat een verschrikking.”
Rene: “Ik vind het nog altijd niet verkeerd dat De Strangers daar opgetreden hebben, want je mag niemand uitsluiten.”
John: “Dat is inderdaad de reden dat we daar gaan zingen zijn. Filip Dewinter had een optreden gevraagd aan Nest, Nest heeft toegezegd en dan zijn wij niet het soort mensen dat dan achteraf een toegezegd optreden gaat afblazen. Maar om terug te komen op je vraag: ik heb meegemaakt dat ik in de operatiekamer lag en de dokters mij vroegen om een liedje te zingen. Ik heb toen het liedje ‘In de kliniek’ gezongen en ze vonden het heel plezant hoewel dat ook heel satirisch is.”
Maar er lijken toch veel meer fans van jullie humor en satire te zijn dan er tegenstanders zijn?
John: “Ja, de mensen waren blij dat we zulke liedjes durfden te zingen.”
Rene: “Ik denk dat vroeger sommige mensen al lange tenen hadden, misschien nu gewoon iets langer.”
Het lijkt wel dat het een bepaald segment van de bevolking is die zich niet kan vinden in bepaalde humor…
John: “Dat is ook zo. Tot ze ook ziek zijn en in het (Sint-Elisabeth)gasthuis liggen.”
In 2011 heeft een fan een cd uitgebracht met een stuk of twintig ‘stoute liedjes’ van jullie. Hebben jullie daarop veel reactie gekregen? De cd was immers nergens verkrijgbaar, behalve bij het Vlaams Belang en enkele Vlaamsgezinde verenigingen.
Alex: “Georges Puttemans heeft dat in gang gestoken.”
Rene: “Hij had ons gevraagd of hij dat mocht doen. We hebben toen gezegd dat het mocht. Daar kun je toch niets tegen doen. Er worden genoeg cd’s uitgebracht zonder ons om toestemming te vragen.”
Wat is jullie favoriete ‘controversiële’ nummer?
Alex: “Ik heb geen favoriet ‘stout liedje’. Mijn favoriet liedje is dus ‘Arm Varke’: (zingt) ik ben een arm varken en het gaat niet goed met mij …”
Zien jullie een verschil tussen oudere en jongere mensen in de manier waarop ze reageren op jullie liedjes en welke ze appreciëren?
John: “Nee, maar waarvan ik wel verschoten was, was van een jonge kerel die zei dat hij al onze liedjes heeft en die dagelijks nog speelt.”
Alex: “Ik vermoed wel dat het een minderheid van de jongeren is die nog naar ons luistert. Tenzij hun ouders of grootouders hen laten hebben kennismaken met onze muziek.”
John: “Ze hebben ook geen reden of aanleiding om ernaar te luisteren want ze spelen ons nergens meer…”
Alex: “Op Radio 1 of 2 heb ik nooit meer een Strangers-liedje gehoord. Ik wou ook er eens aan toevoegen dat de naam ‘De Strangers’ mij erg heeft tegengestoken. Wij waren begonnen met een internationaal programma van Nederlandstalige, Duitse, Franse en Engelse liedjes in de eerste tien jaar van ons bestaan. Iedereen had toen wel een Engelstalige groeps- of artiestennaam. Maar toen we overschakelden naar uitsluitend Antwerpse liedjes, wou ik onze internationale naam ‘The Strangers’ niet meer behouden, want wat voor zin had dat nog. Maar we hebben enkel gedaan gekregen om ‘The’ om te zetten in ‘De’. Daar heb ik het nog altijd moeilijk mee. De vlag dekt de lading niet.”