Het STAM in Gent presenteert een tentoonstelling over de silhouetten van steden. Vertrekkend van voorbeelden uit de Lage Landen toont de expo hoe steden zich op de kaart zetten en de skyline in hun beeldvorming uitspelen als troef, wereldwijd en door de eeuwen heen.
De recente heisa over de nieuwe plannen voor de Antwerpse Boerentoren illustreert dat raken aan de skyline van een stad bijzonder gevoelig ligt. Oude beelden van deze toren en ook vele andere exemplaren zijn te zien op de expo in het STAM.
De tentoonstelling opent met een introductie over onze fascinatie voor de skyline. Opwarmers zijn een maquette van de Burj Khalifa in Dubai, met 828 meter het hoogste gebouw van de wereld, en een diagram uit 1884 met de belangrijkste hoge gebouwen van toen. Centraal piekt de marmeren obelisk van het Washington Monument (152 meter), omringd door heel wat kerktorens, met uiteraard de Sint-Pietersbasiliek in Rome (137 meter) en ook de Antwerpse kathedraal (124 meter) en die van Sint-Rombouts in Mechelen (97 meter). Onderaan zijn de kleintjes verzameld, zoals Griekse en Romeinse tempels en monumenten.
Beeldige stad
De expo maakt duidelijk dat een skyline meer is dan de optelsom van gebouwen. Het is een visueel geheel dat ons beeld van een stad mee bepaalt. In de renaissance brak het portretteren van steden helemaal door, dankzij de drukkunst en de honger naar kennis van de wereld. Maar een herkenbaar portret van een stad maken is een hele opgave. Wat toon je en wat niet? Welke hoek kies je? Kunstenaars sleutelden aan hun compositie en het resultaat is zelden neutraal. Tussen de prachtige oude stadsgezichten van onder andere Antwerpen en Gent valt ‘Gandavum in Flandern’ op. Johan Haffner smukte in 1720 de Gentse skyline op. Hij gaf de Sint-Michielskerk een fraaie spits die ze nooit heeft gehad. Kunstenaars schrikten er inderdaad niet voor terug om een beeld naar hun hand te zetten en een boodschap uit te dragen.
Torens als symbolen
Waarom bouwen we in de hoogte? Is het een functioneel en architectonisch antwoord op bepaalde stedelijke noden? Of moeten we de keuze voor torens zien als een statement, doordrongen van symbolische betekenissen? Zaal per zaal diept de tentoonstelling dit thema uit. De spitsen van de gotische kerken lijken tot aan de hemel te reiken. Ze benaderen het goddelijke en sacraliseren zo de stedelijke ruimte. De monumentale kerktorens waren lange tijd de hoogste gebouwen in een stad. In de Lage Landen is dat vaak nog steeds zo.
Naarmate in de middeleeuwen de omvang, macht en welvaart van steden toenamen, drukten ook burgerlijke gebouwen hun stempel op de skyline. Bij ons zijn dat de robuuste belforten die staan voor het zelfbewustzijn van middeleeuwse steden. De expo illustreert dit met mooie maquettes en oude tekeningen die omwille van hun kwetsbaarheid zelden getoond mogen worden. In de VS kwamen begin twintigste eeuw kantoortorens, die eveneens macht en status uitstralen, en wat later verrezen in de steden de woontorens. Ook die zijn op de expo te zien.
Gent versus Rotterdam
Het Gentse stadsmuseum werkt voor deze tentoonstelling samen met Museum Rotterdam en er wordt ingezoomd op beide steden. Door beelden en maquettes van de twee havensteden naast elkaar te plaatsen, krijg je een verhaal waar in het begin nog gelijkenissen te vinden zijn. Na de Tweede Wereldoorlog, toen Rotterdam nagenoeg volledig platgebombardeerd was, splitsten de wegen. Gent bleef de ‘stad met de drie torens’, een middeleeuws Manhattan. Rotterdam werd het moderne Manhattan aan de Maas. Andere keuzes, andere beeldvorming.
Tentoonstelling ‘Skyline, hoogbouw in de Lage landen’, nog t.e.m. 21 mei 2023, STAM, Gent, www.stamgent.be