De voorbije weken neemt de druk toe om aan een ‘diplomatieke oplossing’ voor de oorlog in Oekraïne te werken. Daar valt natuurlijk veel voor te zeggen, maar hoe creëer je hier een werkbaar kader voor? Nu een militaire patstelling dreigt, blijkt veel meer nodig om strijdende partijen naar de onderhandelingstafel te begeleiden.
Oorlogsschade opmeten is geen exacte wetenschap, maar volgens ramingen van het Pentagon zouden zowel Rusland als Oekraïne beide inmiddels al meer dan 100.000 (militaire) doden betreuren. Reken daarbij nog eens 40.000 Oekraïense burgers, miljoenen ontheemden en een zwaar gehavende infrastructuur. Dat allemaal bovendien net wanneer de grootste killer in die regio toeslaat: koning winter. Volgens berekeningen van de Europese Investeringsbank spreken we na negen maanden strijd in het grootste Europese conflict sinds WO II over een economische schade van om en bij het biljoen (ter info: dat is een getal met twaalf nullen). Maar hoe hier een einde aan maken? Henry Kissinger wist het als geen ander toen hij schreef dat “de ultieme test van een beleid is hoe men de dingen kan doen eindigen”.
Toename van signalen
Het aanspreken van de diplomatie om een uitweg te zoeken is geen en-enverhaal. Bepaalde lijnen blijven altijd open, ook in het heetst van de strijd. Zoals oud-diplomaat Johan Verbeke enkele weken geleden in dit blad ook zei: gevaarlijk wordt een situatie pas echt wanneer geen communicatiekanalen meer bestaan. Met enig cynisme zou men zelfs durven te stellen dat er enkele schaarse diplomatieke lijnen tussen Moskou en Kiev bestaan, wat zich in een sporadische gevangenenruil vertaalt. Punt is dat de voorbije weken steeds meer signalen uitgestuurd worden die laten vermoeden dat de druk om het aandeel van de diplomatie in het zoeken van een oplossing opgevoerd wordt. Zo nodigde de Amerikaanse Veiligheidsadviseur Sullivan Oekraïne uit om zijn desiderata voor een vredesoplossing kenbaar te maken. Hij opende ook een rechtstreekse lijn met zijn Russische evenknie. Een topgeneraal liet verstaan dat “een militaire overwinning misschien niet mogelijk is”. Maar ook politiek beweegt wat met een dissidente groep Democratische verkozenen die er bij president Biden op aandringen aan een diplomatieke oplossing te timmeren.
Militaire patstelling
De militaire prestaties die het Oekraïense leger de voorbije negen maanden neerzette, zijn zonder meer indrukwekkend. Zonder westerse steun, jarenlange opleidingen en dergelijke zou dit alles niet mogelijk zijn geweest, maar ze presteerden op het terrein, wat respect afdwingt. Wanneer president Zelensky echter het volledig herstel van de soevereiniteit eist, claimt hij iets wat militair volgens sommigen niet bereikbaar is. De recente Russische terugtrekking mag dan als een nederlaag zijn voorgesteld, tegelijk kon Moskou hierdoor het front stabiliseren en versterken. En dat is wat wellicht tijdens de komende wintermaanden nog verder zal gebeuren met de komst van tienduizenden reservisten. Vragen kunnen gesteld worden bij hun opleidingsniveau, maar ook aan Oekraïense zijde ging met de oorlogstol heel wat ervaring verloren.
Minimale context
Zowat iedereen heeft belang bij een diplomatieke uitweg, of op zijn minst een staakt-het-vuren. Westerse reserves raken leeg, China houdt zich gedeisd, maar is geërgerd over de economische consequenties. In Washington wijst men erop dat men tijd verliest terwijl de echte uitdagingen in Azië liggen, meer bepaald in de rivaliteit met China. Maar welke uitweg heeft Poetin wiens lot nauw verweven is met het min of meer welslagen van dit conflict? Volgens de reeds aangehaalde Kissinger zal de basis voor gesprekken de feitelijke situatie moeten worden zoals ontstaan bij de inname van de Krim en de agitatie in het oosten van Oekraïne in 2014.
“Poetin heeft geen honderdduizend soldaten opgeofferd om terreinwinst zomaar prijs te geven”, liet een diplomaat onlangs nog officieus optekenen. Veiligheids- en economische garanties voor Kiev, het milderen van enkele sancties ten aanzien van Moskou, maar vooral veel buitenlandse druk, in het bijzonder Amerikaanse en Chinese, om de strijdende partijen naar de onderhandelingstafel te duwen. Het is een minimum minimorum om het prille begin van een oplossing te verkrijgen. Hoe haalbaar dit is, zal de komende maanden duidelijk worden. Of om het met de woorden van Antonio Gramsci te zeggen: “Je moet het pessimisme van het inzicht combineren met het optimisme van de wil.”