Paul Becue, de voorzitter van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV), roept premier Alexander De Croo (Open Vld) in een open nieuwjaarsbrief op om te hervormen. “De Belgische patiënt rest weinig hoop, maar de Vlamingen moeten niet mee ten onder gaan”, schrijft hij.
In zijn nieuwjaarsbrief aan premier Alexander De Croo (Open Vld) stelt OVV-voorzitter Paul Becue het gebrek aan urgentiebesef binnen de Vivaldi-regering aan de kaak. Ondanks de koopkracht- en energiecrisis slaagt de regering er volgens Becue niet in om de nodige hervormingen door te voeren, integendeel. “U slaagt er enkel in om de ploeg samen te houden door de uitgaven te verhogen”, hekelt hij. “Alle hervormingsplannen worden vooruitgeschoven, wetende dat een serieuze hervorming tot onherstelbare breuken zal leiden in uw ploeg. Dus gebeurt er niks. Of toch, er gebeurt wel iets. We gaan achteruit. En u, premier, u staat erbij en kijkt ernaar.”
Becue verwijt de premier dat diens regering ervoor heeft gezorgd dat werken niet meer loont. “U beloont hen die er de kanten aflopen, die misbruik maken van het systeem en die op geen enkel vlak vatbaar zijn voor enige vorm van verantwoordelijkheidszin. U durft niet te doen waar u als liberaal voor zou moeten staan: werken belonen en mensen activeren die perfect in staat zijn om hun bijdrage te leveren.”
Schaduwpremier Magnette
De voorzitter van het OVV gelooft niet dat de regering nog in staat is om de broodnodige hervormingen door te voeren. “Uw schaduwpremier Magnette zal dat niet toelaten. Hij heeft zijn schaapjes op het droge. U heeft uw schapen in zee gestort.”
Toch spreekt Becue tegen beter weten in de wens uit dat er alsnog hervormingen worden doorgevoerd. Hij pleit voor een vergaande regionalisering van bevoegdheden. “De Belgische patiënt rest weinig hoop, maar de Vlamingen moeten niet mee ten onder gaan. (…) Zorg ervoor dat Vlaanderen en Wallonië hun eigen arbeidsmarkt kunnen organiseren, hun sociale zekerheid in transparantie en interne solidariteit op poten kunnen zetten, hun begrotingen in evenwicht kunnen brengen en het welzijn van hun inwoners kunnen verzekeren”, besluit hij.