Hoewel er vanuit de klimaatbeweging en in Europa veel ingezet wordt op een vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen, lijken die inspanningen teniet gedaan te worden in het Verre Oosten. Dat land verbruikt en produceert er meer dan ooit.
Terwijl er in het westen van Duitsland grootschalig verzet is rond het opgraven van bruinkool uit de grond, breekt China alle records. In 2022 haalde het 4,5 miljard ton steenkool op. Dat is een stijging van 9 procent ten opzichte van het jaar voordien. Ook het gebruik van gas bereikte recordhoogtes. De productie van schoner brandend gas steeg met 6,4 procent tot 218 miljard kubieke meter, terwijl ruwe olie voor het eerst sinds 2015 boven de 200 miljoen ton steeg, waardoor China minder afhankelijk werd van dure import.
Het nieuws overschaduwt de berichten uit de staalsector van China, waar voor het tweede opeenvolgende jaar de productie is verlaagd. Die lagere productie is het gevolg van de strenge lockdownmaatregelen tegen corona en een bijhorende economische krimp. De klimaatbeweging zag hier vooral goed nieuws in omdat het een erg vervuilende industrie is.
Economie belangrijker dan klimaat
Al in januari vorig jaar had president Xi Jinping aangegeven dat de ambitieuze klimaatdoelen van China niet in strijd mogen zijn met zijn economische doelstellingen, waaronder het veiligstellen van voldoende voorraden grondstoffen. Energiezekerheid werd een nog grotere prioriteit nadat de Russische invasie van Oekraïne de prijzen op de wereldmarkt de hoogte in stuwde.
China mikt erop dat die uitstoot voor 2030 een piek bereikt en daarna gaat dalen. In 2060 wil China naar eigen zeggen klimaatneutraal zijn. Het land investeert ook veel in hernieuwbare energie.