De bevolking van China is voor het eerst in 60 jaar gedaald, waarbij het nationale geboortecijfer een laagterecord bereikte met 6,77 geboorten per 1.000 mensen. De krimp zal mogelijk ook grote economische gevolgen krijgen op termijn.
China heeft zijn bevolking, officieel geschat op meer dan 1,4 miljard inwoners, in 2022 zien dalen, voor het eerst sinds de hongersnoden van de Grote Sprong Voorwaarts, wat de omvang van de demografische uitdaging aangeeft die weegt op ‘s werelds op een na grootste economie, waarvan de groei is gedaald tot 3 procent, volgens cijfers die dinsdag in Beijing zijn onthuld.
Het meeststbevolkte land ter wereld verloor vorig jaar 850.000 mensen als gevolg van een laag geboortecijfer, volgens cijfers van het Nationaal Bureau voor de Statistiek. In totaal zijn er 9,56 miljoen Chinezen ter wereld gekomen, te weinig om de 10,41 miljoen sterfgevallen te compenseren die zijn geregistreerd. Het vruchtbaarheidscijfer daalde in 2021 naar een laag 1,15 kinderen per vrouw.
Voor het eerst sinds Mao
Het is de eerste daling van de bevolking sinds onder de politiek van Mao 50 miljoen doden vielen in het land. De daling komt er vroeger dan door officiële projecties voorspeld. Dat wijst op een versnelling van de demografische achteruitgang in het land en hangt samen met een uit de hand gelopen zero-Covid beleid economische groeivertraging en stijgende kosten. Bovendien zouden de werkelijke cijfers slechter kunnen zijn dan de officiële cijfers, want het communistisch land laat soms politieke wensen primeren op feiten.
De daling weegt op de economische en geopolitieke vooruitzichten van het nog steeds ontwikkelende land, dat naar verwachting demografisch ingehaald zal worden door India. Met de afnemende bevolking voegt China zich bij Aziatische landen zoals Japan, Taiwan en Zuid-Korea, maar zonder een gelijkaardig ontwikkelingsniveau of sociaal vangnet. De druk op de gezondheidszorg zal naar alle verwachtingen fors toenemen.
Gevolg eenkindbeleid
China’s bevolkingstrends door de jaren heen zijn grotendeels gevormd door het controversiële eenkindbeleid, dat in 1979 werd geïntroduceerd om de bevolkingsgroei te vertragen. Gezinnen die de regels overtraden, kregen een boete en verloren in sommige gevallen zelfs hun baan. In een cultuur die historisch gezien jongens bevoordeelt boven meisjes, had het beleid ook geleid tot gedwongen abortussen en een naar verluidt scheve geslachtsverhouding vanaf de jaren 1980.
Het beleid werd in 2016 geschrapt en getrouwde stellen mochten twee kinderen krijgen. In de afgelopen jaren bood de Chinese overheid ook belastingvoordelen en betere gezondheidszorg voor moeders, naast andere prikkels, om het dalende geboortecijfer om te keren, of op zijn minst te vertragen. Maar dit beleid leidde niet tot een aanhoudende toename van het aantal geboorten. In oktober 2022 maakte de Chinese president Xi Jinping van het verhogen van de geboortecijfers een prioriteit.