De bestedingen van de consumenten maken dat de kans op een recessie in 2023 een stuk kleiner is, voorspelde de Nationale Bank eind vorig jaar. Maar in een open economie als de onze is zoiets altijd tijdelijk. Groei moet hier vooral van export komen en daar zitten onze bedrijven door de oplopende loonkostenhandicap met een probleem. Misschien zorgt de onzekerheid bij de bedrijven dit jaar toch voor die recessie.
“Het vooruitzicht op de indexering van de lonen die vele gezinnen volgende maand zullen genieten, de daling van de brandstofprijzen en de uitkering van de overheidspremies op energie stimuleren het vertrouwen van de gezinnen. Zo worden de algemene economische vooruitzichten voor de derde opeenvolgende maand als gunstiger beschouwd. De vrees voor een nieuwe stijging van de werkloosheid nam eveneens sterk af, en dat voor het eerst sinds mei.” Dat stond in december 2022 te lezen in het rapport dat de Nationale Bank over het Belgische consumentenvertrouwen publiceerde.
Voor 2023 lijkt de Nationale Bank te rekenen op de uitgaven van de consumenten om de economie te stutten en te vermijden dat we met een recessie worden geconfronteerd, een periode van twee opeenvolgende kwartalen met negatieve groei.
“Conclusie van het VBO: bedrijven zullen dit jaar hun rol van groeistimulator onvoldoende op zich kunnen nemen”
Opgepot geld
Volgens diezelfde Nationale Bank hebben de consumenten in de tweede helft van 2022 al een economische krimp vermeden door hun geldbeugel open te trekken. Uiteraard hebben de gestegen energieprijzen de koopkracht aangetast, maar tijdens de coronapandemie en de daaraan gekoppelde lockdowns hebben veel gezinnen geld opgepot. Neem de postcoronaknaldrang en het gebruik van die reserves om de daling van de koopkracht te compenseren, en zo zijn de gezinnen de aanjagers geworden van de economische groei.
Dat werd begin dit jaar nog eens bevestigd door de cijfers over de tegoeden op spaarrekeningen. Bij negen banken zijn die volgens De Tijd in 2022 met 1,3 miljard euro gedaald naar 276 miljard euro. De volledige bankenmarkt in dit land zou over 299 miljard aan spaartegoeden beschikken. In 2021 had men vlotjes de grens van 300 miljard euro spaargeld overschreden.
Exportafhankelijk
Men laat het geld rollen en men zal dat in 2023 nog even blijven doen. Maar of dit voldoende is om de economie en de groei te blijven stutten, is een andere zaak. Economische groei is het resultaat van een stijgende tewerkstelling en de toename van de productiviteit (wat er op een uur tijd wordt geproduceerd). Meer consumeren heeft een positieve impact op die twee factoren (bij meer consumptie stijgt ook de tewerkstelling, want een winkel neemt bijvoorbeeld meer personeel aan), maar gaat de groei nooit volledig of alleen bepalen.
Die groei zal in 2023 ook afhankelijk zijn van de export, cruciaal voor een open economie als de Belgische en zeker de Vlaamse. En van de hervormingen die zorgen voor een hogere werkzaamheidsgraad en productiviteitswinsten.
Hoge loonkosten
Daar knelt nu het schoentje. Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) kwam vorige week vrijdag met cijfers die aantonen dat de concurrentiekracht en dus de positie van de bedrijven op exportmarkten onder druk staan. Het probleem is bekend: door de automatische loonindexering stijgen brutolonen hier sneller en sterker dan in buurlanden en liggen de loonkosten voor Belgische bedrijven een stuk hoger.
De loonkostenhandicap tegenover de buurlanden stijgt van 9 procent in 2018 naar 16 procent in 2023, aldus het VBO. De orderboekjes van de bedrijven waren vorig jaar goed gevuld, maar zijn nu een stuk dunner. De marges die ondernemingen hebben opgebouwd smelten weg. Een dalende winstgevendheid betekent minder investeringen. Dat weegt op de economische groei, want er zijn minder investeringen, bijvoorbeeld in machines om de productiviteit te verhogen of te garanderen. En men werft minder aan als er al niet wordt gekozen voor afdankingen. Conclusie van het VBO: bedrijven zullen dit jaar hun rol van groeistimulator onvoldoende op zich kunnen nemen. En dus verwachten de werkgevers toch een – milde – recessie in 2023, van 0,5 tot 1 procent.
Schuldig verzuim beleidsmakers
Uiteraard is men hier sterk afhankelijk van wat er in het buitenland gebeurt, maar een regering kan proberen de negatieve impact van een conjunctuurschok te temperen, namelijk door arbeidsmarkthervormingen. Maar die komen er niet. Door een ingreep in de index (indexsprong, gedeeltelijke indexering, bijsturen van de index door alle fossiele brandstoffen eruit te halen) kan men een recessie misschien vermijden, maar ook dat is met de regering-De Croo een utopie. Als de recessie een feit is, moeten de regeringspartijen niet klagen. De recessie zal deels een gevolg zijn van schuldig verzuim door de beleidsmakers.