Argentinië kroonde zich afgelopen WK na een zinderende finale tot wereldkampioen voetbal in Qatar. Het was een wedstrijd die de voetbalgeschiedenis zal ingaan en menig voetbalfan zich voor altijd zal herinneren. Een stukje geschiedenis dat minder bekend is, is de geschiedenis achter de kleuren van de Argentijnse ploeg.
De Argentijnen spelen in de kleuren wit en blauw. Dit is geen gevolg van een voorliefde voor Belgische biefstukken, maar een product van het Byzantijnse Rijk, religie, de renaissance, Napoleon en enkele revoluties.
In de middeleeuwen was het Byzantijnse Rijk nog altijd groot en machtig, in tegenstelling tot het reeds lang vergane West-Romeinse Rijk. De kleur blauw was er de kleur van de adel en de keizer. De kleur was bovendien moeilijk om te maken en duur. De majesteitelijkheid en het sociale prestige werden vertaald naar religie. De Byzantijnen waren immers diepgelovige christenen en de Mariaverering was sterk. De moeder van Jezus werd omwille van haar belangrijke status eveneens afgebeeld in het blauw, of het azuriet.
Renaissance
In de renaissance schakelden artiesten over naar een andere tint blauw. Gemaakt met behulp van ‘lapis lazuli’. Dat haalde men uit mijnen in Afghanistan en was kostbaarder dan goud. Omdat het van zo ver kwam noemden de Italianen het ultramarinus, van overzee. Het is een diep en helder blauw en bovenal heel exclusief. De oude Egyptenaren voerden de grondstof al in, maar slaagden er toen niet in om er verf van te maken. Ze produceerden er enkel maar een soort grijs mee. Ze gebruikten lapis lazuli daarom enkel voor juwelen en hoofddoeken. De boeddhisten in Afghanistan gebruikten het voor het eerst in schilderijen vanaf de 6e eeuw. Bijna duizend jaar later pikten Italiaanse handelaren het op.
Het kostbare blauw was enkel voor de meest belangrijke werken, zoals sommige topstukken over de Maagd Maria. Johannes Vermeer zou bij het maken van zijn ‘Meisje met de parel’ de kleur zo gebruiken dat het zijn familie in de armoede duwde. Michelangelo zou ‘De Graflegging’ niet afgewerkt hebben omdat de kleur op was.
De Orde van Carlos III
In de 18e eeuw was Carlos III de koning van het Spaanse rijk. Zijn zoon, opvolger en naamgenoot was al jarenlang vruchteloos aan het proberen kinderen te maken. Wanneer dit na veel moeite uiteindelijk toch lukte, was de koning extatisch. Hij richtte daarom in 1771 de ‘Orde van Carlos III’ op. Die orde dient om mensen te belonen die Spanje en de kroon hebben gediend. Het is nog steeds een van de hoogste eerbewijzen die een burger in Spanje kan ontvangen, al is het een militaire orde. Enkel de ‘Orde van het Gulden Vlies’, opgericht in 1430 in Brugge door Filips de Goede, staat hoger aangeschreven. Carlos III had gebeden tot de heilige Maria om een kleinzoon en dus gebruikte hij ‘haar’ kleur, blauw, voor zijn orde, al was het een tint lichter, samen met wit.
In 1808 dwingt Napoleon Bonaparte Ferdinand VII, de kleinzoon van Carlos III, tot troonsafstand ten bate van zijn eigen broer, Joseph Bonaparte. Hierop ontstaan er revoluties over het hele Spaanse rijk, ook in Argentinië, dat er toen nog deel van uitmaakte. Om hun steun aan het legitieme Spaanse gezag te benadrukken, droegen rebellen er de kleuren van de Orde van Carlos III. Ze zetten zich zo af tegen de bonapartisten.
Kokarde van Argentinië
Maar twee jaar later brak de Argentijnse onafhankelijkheidsoorlog uit. De leider daar, Manuel Belgrano, maakte de kokarde van Argentinië: een geknoopt lint in de kleuren blauw en wit. Het waren de kleuren van de patriotten die eerder al de Engelsen uit Rio de la Plata hielden. Het was niet de laatste keer dat Argentinië botste met Engeland. Dezelfde kleuren dienden voor de Argentijnse vlag, later kwam er nog een zon op. Officieel zouden de kleuren verwijzen naar de lucht en de wolken, maar de werkelijke oorsprong lag bij Carlos III. Wanneer enkele decennia later voetbal het land bereikte, via nota bene Engelse arbeiders, was de lokale bevolking snel verkocht. Argentinië had als een van de eerste landen een echte competitie, in 1891, als vijfde land in de wereld en vóór België. Twee jaar later kwam hun eigen voetbalbond. In de eerste internationale wedstrijd in 1901 was het tenue van de nationale ploeg lichtblauw. Later schakelden ze over op de vertrouwde, iconische strepen die we vandaag na meer dan 100 jaar nog steeds zien.