De groten der aarde zijn sinds maandag weer neergestreken in Davos voor de conferentie van het Wereld Economisch Forum (WEF). Nadat ze uit hun privéjets zijn gestapt, worden de 3.000 deelnemers met limousines naar hun hotels gebracht. Vandaar zullen ze pendelen tussen hoorzittingen over ‘inclusieve klimaatactie’, cocktailfeestjes, toespraken over ‘raciale gelijkheid door zwarte innovatie’ en officiële diners. Tussendoor zullen ze plannen maken voor de toekomst van de mensheid en beslissen wat goed is voor u en mij.
Het is begrijpelijk dat een bijeenkomst van de wereldelite het voorwerp is van complottheorieën. Dat is voor een groot deel de schuld van de organisatie zelf. Als je een ‘Great Reset’ voor de gehele wereld plant en daarbij enkel inspraak gunt aan de machtigen, is het volstrekt normaal dat bij de onmachtigen het vermoeden opduikt dat ze daar eigenlijk stiekem bezwendeld zullen worden. Het WEF deed zichzelf ook geen plezier met een promotiefilmpje voor de bijeenkomst in 2018, waarvan de onheilspellend openingszin – “Je zult niets bezitten en gelukkig zijn” – recht uit ‘Brave New World’ van Aldous Huxley leek te komen.
Tegen democratie
Ik sta heel sceptisch tegenover complottheorieën en maak geen uitzondering voor het WEF. Samenzweringen zijn per definitie geheim en komen niet tot stand tijdens openbare debatten tussen 3.000 deelnemers. Dat neemt niet weg dat je veel vragen kunt stellen over afspraken die in de coulissen van dergelijke evenementen worden gemaakt. Het meest verontrustende is echter wat zonder enige verlegenheid in het openbaar gebeurt. In Davos worden plannen gemaakt voor de toekomst van de mensheid, zonder enige pretentie van democratische legitimatie.
Klaus Schwab en de zijnen pleiten voor een “kapitalisme van belanghebbenden (stakeholders)”. Ondernemingen zouden niet enkel winst voor de aandeelhouders (shareholders) mogen nastreven, maar zouden ook de wereldgemeenschap moeten dienen op ecologisch, sociaal en beheersniveau (ESG). Kapitalisme ten dienste van allen klinkt nobel, maar het is vooral de keerzijde van de medaille die het WEF lijkt te interesseren: op de jaarlijkse conferenties gaan grote ondernemingen en andere ‘stakeholders’, zoals ngo’s en academici, uitmaken wat goed is voor de wereld. De stakeholder-kapitalisten denken meer aan regeren dan aan dienen. Het debat over doelstellingen en beleid wordt onttrokken aan de nationale staten en daarmee ook aan de kiezer.
Kloof der ideeën
Er was een tijd dat links zou storm gelopen hebben tegen het idee van een wereldregering der elites, maar het woke kapitalisme van Davos lijkt in die kringen verkiesbaar boven de electorale opstandigheid van westerse kiezers. Davos is het bewijs dat democratie al een tijdje geen modieus begrip meer is.
Het gegeven dat een kleine minderheid buitensporig veel invloed kan laten gelden, is niet eens het grootste probleem. De omvang van de aanslag op de democratie wordt pas echt duidelijk als men beseft dat de kloof tussen de ideeën van mondiale elites en van het gewortelde volk steeds groter wordt.
Immigratie is daar een extreem voorbeeld van. De westerse kiezer laat geen enkele kans onbenut om zijn bezorgdheid over immigratie en omvolking kenbaar te maken, maar op Davos blijven open grenzen een axioma. De kloof groeit ook rond milieuthema’s als klimaat, duurzaamheid en biodiversiteit, waar de effecten van het deugdvertoon der groten zich steeds duidelijker laten zien op de rekeningen der kleinen.
De politieke ideeën van de elites zijn het product van hun levenswijze, aangescherpt in de echokamers van gelijkgezinden
De Davos-mens
We hebben het begrip ‘Davos-mens’ te danken aan een artikel uit 2004 van de immer visionaire Samuel Huntington. Hij zag hoe een mondiale elite van ‘kosmocraten’, academici, internationale ambtenaren en leiders van multinationals, gedreven door een visie over mondiale verbondenheid en een afkeer voor nationale soevereiniteit, steeds meer macht en invloed aan het verwerven was.
Peter Goodman schreef vorig jaar een vernietigend boek over het WEF. Hij definieert Davos-mensen als “degenen die zo verrijkt zijn door de globalisering en zo vertrouwd zijn met de werking ervan dat ze in feite staatloos zijn, hun belangen en rijkdom stromend over de grenzen heen, hun landgoederen en jachten verspreid over de continenten, met een arsenaal aan lobbyisten en accountants dat jurisdicties overstijgt, waardoor ze niet langer trouw zijn aan een bepaald land”.
De politieke ideeën van de elites zijn het product van hun levenswijze, aangescherpt in de echokamers van gelijkgezinden. Hun opvattingen zijn het product van de manier waarop zij leven, over alle grenzen heen, met genoeg geld om zich te onttrekken aan de kwalijke gevolgen van hun deugdvertoon over klimaat, duurzaamheid, migratie en diversiteit. Zij leven en denken anders en hebben dus ook andere belangen en andere waarden. De aanname die ten grondslag ligt aan alle activiteiten van het WEF is de volstrekt onjuiste illusie dat de elites het beste voorhebben met de wereld en dat wat goed is voor hen ook goed is voor ons.
In Davos worden plannen gemaakt voor de toekomst van de mensheid, zonder enige pretentie van democratische legitimatie
De afbrokkelende globalisering
Ik vermoed evenwel dat het WEF over zijn hoogtepunt heen is. Er is dit jaar alleen maar een recordaantal aanwezigen omdat er een record aan uitnodigingen zijn verstuurd. De grote leiders laten verstek gaan. Van de G7 zal alleen Duits bondskanselier Scholz aanwezig zijn, de minst invloedrijke van de club.
De laatste jaren waren ook niet goed voor de globalistische ideologie. De spanningen tussen de VS en China over Taiwan lopen op. In Europa scoren antiglobalisten goed bij de verkiezingen en kwamen in Italië zelfs aan de macht. Covid-19 drukte ons met de neus op de afhankelijkheid van China en de kwetsbaarheid van de aanvoer.
De oorlog in Oekraïne diende een nog grotere klap aan het éénwerelddenken toe. Dat een gewapend conflict tussen twee landen zoveel impact kan hebben op de voedselzekerheid van de wereld en de energiebevoorrading van Europa heeft vele ogen geopend. Er wordt steeds luider gesproken over strategische onafhankelijkheid en ‘friendshoring’, het beperken van belangrijke aanvoernetwerken tot bevriende en betrouwbare landen. De titel van de conferentie van deze week – ‘Samenwerking in een fragmenterende wereld’ – wijst erop dat het WEF de bui voelt hangen. De Davos-mens zal zeker een tegenoffensief proberen.