Het Internationaal Energieagentschap (IEA) zegt “zwaktes” waar te nemen in het Europees systeem van energie uit biomassa. Verschillende EU-landen zouden hun nationale statistieken opsmukken door brandhout op te nemen in de hernieuwbare-energiecijfers. Zo willen ze de doelstellingen uit 2020 kunstmatig halen.
Politici stellen vaak dat biomassa een zeer belangrijke bron van energie is. De Europese Commissie noemt biomassa zelfs “de belangrijkste bron van energie”. Het aandeel van energie uit biomassa is groter dan dat uit wind en zon samen. Deskundigen stellen zich echter vragen bij de berekeningswijze van die Europese statistieken.
“De slechtste manier om biomassa te verbranden is in een open vuur”, zegt Jan Rosenow, directeur Europese programma’s bij het Regulatory Assistance Project (RAP), een denktank gespecialiseerd in propere energie. Volgens Rosenow wordt ongeveer 30 procent van de energie uit een houtblok omgezet in bruikbare warmte wanneer het in een open haard wordt verbrand, terwijl de resterende 70 procent gewoon verloren gaat en “je schoorsteen ingaat”.
Dat komt echter niet tot uiting in de officiële EU-statistieken. Die gaan ervan uit dat 100 procent van de biomassa efficiënt wordt verbrand. Andere hernieuwbare verwarmingstechnologieën zoals warmtepompen die op elektriciteit werken, worden nochtans gemeten volgens een andere maatstaf: energieproductie of nuttige energie. Hierdoor is het aandeel van op biomassa gebaseerde verwarming disproportioneel groot.
Internationaal probleem
De maatstaf van ‘primaire energie’ die wordt gebruikt voor het meten van biomassa wordt niet alleen weerspiegeld in de EU-statistieken. Hij wordt wereldwijd gebruikt door de meeste landen, de Verenigde Naties en het Internationaal Energieagentschap (IAE). Fatih Birol, de uitvoerende directeur van het IEA, erkende dat de statistische kloof tussen primaire en nuttige energie problematisch is en moet worden aangepakt.
In een recent IEA-rapport zei Birol dat warmtepompen “een onmisbaar onderdeel zijn van elk plan om emissies en aardgasgebruik te verminderen” omdat ze hyperefficiënt en klimaatvriendelijk zijn en consumenten helpen hun energieverbruik te verminderen. Door statistische conventies zijn warmtepompen en andere elektrische verwarmingsoplossingen momenteel onbeduidend in vergelijking met biomassa, waarvan de bijdrage aan de EU-doelstellingen voor hernieuwbare verwarming wordt berekend in termen van primaire energie.
Europese doelen
Die statistische keuze zet Europese landen ertoe aan om houtverbranding als energiebron aan te moedigen om hun doelstellingen voor hernieuwbare energie te halen. “EU-landen met een zeer hoog aandeel hernieuwbare warmte zijn meestal de landen die veel biomassa verbranden. En als ze die inefficiënt verbranden, is het nog beter omdat ze meer krediet krijgen”, zo vertelt Rosenow.
De opname van biomassa als een hernieuwbare verwarmingsbron heeft implicaties die verder gaan dan de statistieken. Biomassa kan ook een belangrijke aanjager zijn van de uitstoot van de opwarming van de aarde, zeggen activisten. De Europese plannen om CO2 op te slaan in onder meer bossen worden ondergraven door de houtoogst en verbranding. Het energieverbruik van biomassa is sinds 1990 in de hele EU meer dan verdubbeld. Het grootste deel van de toename vond plaats sinds 2002, nadat de EU haar eerste richtlijn had uitgevaardigd waarin biomassa als hernieuwbare energie werd opgenomen.
De bio-energiesector kijkt anders naar de zaak. Die vindt de kijk op energie-output verkeerd en wil dat de input centraal staat. De sector wijst erop dat het aandeel van biomassa momenteel zelfs onderschat wordt omdat veel hout lokaal wordt geoogst op privéterrein, zonder op de markt te verschijnen.