Het ontslag van een premier van Nieuw-Zeeland was nooit groot nieuws bij ons. Het land telt minder inwoners dan Vlaanderen en ligt, letterlijk zelfs, heel ver van ons bed. Bij het onverwachte ontslag van Jacinda Ardern was dat vorige week anders. Zij kwam een jaar na Trump aan de macht en werd er op alle gebieden als de tegenstelling van gezien. Links in de westerse wereld rouwt nu om het verdwijnen van een politiek icoon.
Dat Bart Schols, de presentator van De Afspraak, linkse sympathieën heeft, zal voor niemand een verrassing zijn, maar zijn verafgoding van Jacinda Ardern gaat blijkbaar ver. Naar aanleiding van haar afscheid schreef hij op Twitter: “Zelfs met de boodschap van haar afscheid dwingt ze het grootste respect af. Wat een ongelofelijke leidersfiguur. Ook ver weg voelt het aan als een verlies.” Vele andere linkse – en ook enkele niet linkse, zoals Zuhal Demir – personaliteiten in Vlaanderen, meestal vrouwelijk, zongen deze week de lof over de ontslagnemende premier van Nieuw-Zeeland.
Zerocovidbeleid
Er zat een gemene deler in de huldeblijken. Jacinda Ardern zou een zeer vrouwelijke leider zijn geweest en kwaliteiten bezitten die vaak worden samengevat als ‘empathisch leiderschap’. Daar is zeker iets van aan. Ardern gaf een authentieke, spontane indruk en gaf publiekelijk blijk van haar inlevingsvermogen.
Ze gaf ook een tijd de indruk een sterke leider te zijn. Haar regering voerde een drastisch, maar omstreden beleid om Covid-19 uit het land te houden. Daarbij werden ook maatregelen genomen die minder getuigden van empathie. Haar slogan “een team van 5 miljoen” (die later door onze regering werd gestolen) gold niet voor alle burgers. 1 miljoen ‘kiwi’s’ verbleven in het buitenland op het moment dat het virus uitbrak en mochten niet in het ‘team’. Zij mochten anderhalf jaar lang hun eigen land niet binnen.
Op termijn mislukte het zerocovidbeleid van Nieuw-Zeeland, net als in China. De varianten delta en omikron geraakten toch op het eiland. Ardern probeerde met lockdowns en zeer hoge vaccinatiedruk het virus terug te dringen, maar uiteindelijk moest Nieuw-Zeeland Covid-19 uitzieken, zoals de rest van de wereld. Nieuw-Zeeland kende minder dodelijke slachtoffers, maar de menselijke en economische tol was groot.
Kinderen in auto’s
Het initiële succes van het coronabeleid van Ardern en haar moderne, vrouwelijke imago leverden haar een grote verkiezingsoverwinning op in 2020. Daarna begon de verf af te bladderen. Ardern had haar beleid lang kunnen vereenzelvigen met de strijd tegen een externe vijand, Covid-19. Wanneer die verdween, bleek ze, helemaal vergelijkbaar met onze eigen regering, zonder plannen en ideeën.
Ardern was aan de macht gekomen met beloftes om de economische ongelijkheid aan te pakken, kinderarmoede te bestrijden (Ardern verwees onder meer naar kinderen die zelfs in auto’s moesten overnachten) en de woningnood op te lossen. De ongelijkheid is vandaag groter dan bij haar aantreden, er wonen meer kinderen in auto’s en tenten dan ooit en slechts 1.500 van de 100.000 door Ardern aangekondigde nieuwe huizen werden ooit gebouwd. Ze had veel beloofd, maar bijzonder weinig verwezenlijkt.
Corona heeft ongetwijfeld stokken in de wielen gestoken, maar Ardern had er ook vóór het uitbreken van het virus weinig van terechtgebracht. Haar toen al tanende populariteit werd gered door Covid-19. Nu het gevaar weer geweken is, worden de kiwi’s wakker in een land dat er slechter aan toe is dan bij Arderns aantreden. Met alleen ‘empathisch leiderschap’ hou je de opiniepeilingen niet eeuwig positief. Mensen die in een auto wonen willen een politieke leider die hen aan een huis helpt, niet een leider die overtuigend kan brengen hoe erg hij dat wel vindt.
Jacindamanie
Ardern kondigde vorige week haar ontslag aan met de mededeling dat ze “niet meer genoeg in de tank” had om de rit uit te zitten. Haar bewonderaars in de rest van de wereld prezen haar moed “te stoppen op haar hoogtepunt”, maar de realiteit is anders. De partij van Ardern verloor de laatste maanden zeer snel terrein in de peilingen. De verkiezingen van oktober dreigen een ramp te worden. Het is mogelijk dat Ardern de politiek oprecht beu is, maar degene die uitsluit dat ze vooral de vernedering van de nederlaag wil vermijden, is wel erg goedgelovig. Er wordt vermoed dat ze een minder stresserende topfunctie in de internationale politiek nastreeft.
Ardern was niet meer zo geliefd in eigen land, maar in het buitenland blijft de ‘jacindamanie’ in linkse kringen duren. Haar stijl staat daar nog steeds model voor een nieuwe, moderne vorm van leiderschap. De internationale pers vond het bijvoorbeeld geweldig dat ze voor koningin Elizabeth in Maori-kledij verscheen en haar kind meenam naar een vergadering van de VN.
De grootste aantal deugpunten scoorde Ardern toen ze een hijab droeg op een rouwplechtigheid naar aanleiding van de anti-islamitische terreuraanslag in Christchurch. Enkele jaren later, nu in Iran een vrouw is doodgeslagen omdat ze de hijab niet correct droeg en al honderden zijn neergeschoten bij de protesten tegen het hijabgebod en andere vormen van religieuze dictatuur, laat haar deugvertoon een bittere smaak na.
De triomf van beeldvorming
Ik weet niet of de spontaneïteit en de blijken van inlevingsvermogen van Ardern authentiek waren of eerder pasten in een imago dat ze bewust creëerde. Waarschijnlijk ligt de waarheid ergens tussenin. Het doet er ook weinig toe. Er is op zich niets fouts met ‘empathische leiderschap’, echt of gespeeld. Ardern verdient zelfs lof omdat ze zeer vrouwelijk bleef en geen man poogde na te bootsen. Het probleem was dat er geen reëel beleid achter schuilging. Integendeel, de populariteit die het gevolg was van de uiterlijke schijn zorgde ervoor dat de beleidsgebreken te lang onderbelicht bleven. Het in onze rest-pers gelauwerde leiderschap van Ardern was uiteindelijk alleen de triomf van beeldvorming over inhoud.