Uncategorized

Twitter en Facebook: verantwoordelijke uitgevers of nutsbedrijven?

Filip Van Laenen

In het licht van de recente presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten, maar net zozeer na de alweer oplaaiende discussie over Zwarte Piet, past het om even na te denken over hoe het nu verder moet met platformen zoals Twitter en Facebook. Als commerciële bedrijven streven zij uiteraard een dominante positie in hun sector na, indien niet een monopolie, want daar valt veel reclamegeld mee te verdienen. Maar zo’n monopoliepositie heeft ook nadelen.

Er is een tijd geweest dat Sinterklaas steeds vroeger opdook in de reclamebrochures van de speelgoedwinkels, soms zelfs al in de zomervakantie. Die tijd is gelukkig voorbij, maar tegenwoordig is het zijn helper Zwarte Piet die steeds vroeger op het jaar voor controverse zorgt. En een controverse is anno 2020 geen controverse meer, als ze ook niet uitgevochten wordt op de sociale media, met inmenging van de beheerders van die sociale media. Google liet onlangs weten dat zelfs wie foto’s van een roetveegpiet op zijn webstek durft te plaatsen geen lekkers meer van de advertenties zou krijgen. Plaats je op Facebook een foto van een zwarte Zwarte Piet, riskeer je van de figuurlijke roe te krijgen, met een tijdelijke verbanning van Facebook.

Monopolisten

Zo’n verbanning is geen lachertje voor de betrokkene. Sociaal raak je immers helemaal geïsoleerd, en al zeker in tijden van lockdown. Reden is het feitelijke monopolie van een sociaal medium als Facebook: als je er niet aanwezig bent, besta je nog amper voor familie en vrienden. Idem dito voor Twitter als je een politicus bent: word je van Twitter verbannen, ben je meteen ook het contact met je kiezers kwijt.

Voor linkse activisten aan de top van de bedrijven is dit uiteraard een droomscenario. Kijk maar naar de nasleep van de verkiezingen in de Verenigde Staten: Donald Trump kon geen tweet plaatsen of Twitter plaatste er meteen haar eigen visie onder. De ploeg achter Joe Biden speelde daar uiteraard volledig op in: het lag er vingerdik op dat men zich een pose aanmat om te contrasteren met de tegenstander en bovendien voelde men zich voor de volle honderd procent geruggensteund door de leiding van Twitter zelf. Zou er toch een ongelukkig geformuleerde tweet door de mazen van het net glippen, dan zou Twitter onmiddellijk klaargestaan hebben om één en ander te corrigeren, en niet aan de kaak te stellen.

Het is natuurlijk die combinatie van morele superioriteit en volle ruggensteun van een politiek correct management die voor een gevoel van onaantastbaarheid van links op de sociale media zorgt. Een verkeerde opmerking over een andersgelovige of andersgekleurde medemens kan je een hoop problemen opleveren, maar wie op zijn profielfoto een T-shirtje draagt met daarop de iconische foto van massamoordenaar Ché Guevarra zit volkomen gebeiteld.

Verantwoordelijke uitgevers

Tegelijk is er de druk in een aantal landen om de beheerders van de sociale media verantwoordelijk te stellen voor de inhoud van de berichten van hun gebruikers. In het bijzonder in Europa wordt die druk met de jaren sterker, en in sommige landen zijn ze nu reeds wettelijk verplicht om als een soort van gedachtepolitie op te treden tegen hun eigen gebruikers. Dat kost hen enerzijds handenvol geld, maar geeft hen anderzijds meteen ook een alibi om hun politiek activisme tegen ‘verkeerde’ meningen door te zetten. Ook hier stellen we immers vast dat de wetgeving in een aantal landen erop gebrand is slechts één zijde van het politieke spectrum zo hard mogelijk aan te pakken, terwijl men de aanhangers van een aantal moorddadige ideologieën rustig laat betijen of zelfs de hand boven het hoofd houdt.

Hoe moet het nu verder?

Vraag is of de huidige situatie nog lang aangehouden zal kunnen worden. In de Verenigde Staten klinken er vooral op de linkerflank al een tijdje stemmen om de feitelijke monopolies op te breken. Daar valt zeker iets voor te zeggen, want het zou de politieke macht van de top van bedrijven als Twitter en Facebook kunnen breken. Ben je het niet eens met het politiek correcte sfeertje van Twitter, maak je gewoon een account bij de concurrent van je keuze aan en kan je daar je boodschap kwijt. De vraag is echter hoe zoiets technisch gerealiseerd zou kunnen worden en hoe je de eventuele concurrenten op de been kan brengen.

Er is ook een ander alternatief: beschouw sociale media zoals Twitter en Facebook als een dienst van openbaar nut, onderworpen aan strenge regels waardoor het bijvoorbeeld niet meer zomaar mogelijk is om een gebruiker uit te sluiten zonder dat hij recht heeft op een billijke behandeling van zijn klacht. Wie vandaag uitgesloten wordt van een sociaal medium, heeft immers geen enkele mogelijkheid om in beroep te gaan tegen de verbanning en komt vaak zelfs niet eens te weten waarom hij verbannen werd. Het is alsof je op een dag ontdekt dat er geen water meer uit de kraan komt en de watermaatschappij weigert te vertellen waarom.

Straffer nog: wie stroom gebruikt voor de warmtelampen van zijn marihuanaplantjes hoeft niet te vrezen dat zijn elektriciteit afgesneden zal worden, hoewel de kweek van drugs wel degelijk wettelijk verboden is. Maar tot nader order is Zwarte Piet niet wettelijk verboden, maar toch kan je daarvoor dus van je sociale contacten afgesneden worden.

Anderzijds zijn we ook niet naïef over die nutsbedrijven. De manier waarop de openbare omroepen in zowat alle Europese landen bol staan van de politieke correctheid is hemeltergend. Het is bovendien onbegrijpelijk dat zelfs rechtse regeringen er vaak voor terugdeinzen om het politiek activisme in de redactielokalen, betaald door de belastingbetaler, een halt toe te roepen. Al is er ook daar hoop, want de nieuwe CEO bij de BBC lijkt wel degelijk van plan paal en perk te stellen aan de linkse pensée unique op de nieuwsdienst van de Britse openbare omroep. Nu de VRT, en dus ook Twitter en Facebook nog.

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Filip Van Laenen (°1972, Bonheiden) studeerde burgerlijk ingenieur elektrotechniek en computerwetenschappen. Vandaag is hij Chief Architect bij een IT-bedrijf in Noorwegen. Filip tracht partijpolitieke dynamiek te begrijpen en volgt Scandinavië en technologie-innovaties op de voet. Grote fan van de kosmos.

Plaats een reactie

Delen