Uncategorized

De Brabantse Omwenteling (3)

Redactie Binnenland

Tussen januari en december 1790 telt Europa één staat meer: de Verenigde Nederlandse Staten. Omdat er geen adjectief-vorm is van ‘Pays-Bas’ wordt dat in Franse vertaling Etats-Belgiques-Unis.

In de zomer en de herfst van 1789 verzamelen de Nederlandse bannelingen zich in Breda. Dat klinkt zelfs in Vlaamsgezinde oren raar, maar mijn woordgebruik is historisch correct. Met rode oortjes luisteren de gevluchte Nederlanders naar het nieuws uit Frankrijk waar een vorst afstand moet doen van zijn absolute macht. Ze vormen een Nederlands vrijwilligersleger onder de leiding van de West-Vlaming Jan Vander Mersch; gewezen kolonel in het Frans en Oostenrijks leger en aanhanger van de democratische vleugel van de opstandelingen. Ondanks zijn bekwaamheid werd hij nooit generaal wegens zijn burgerafkomst.

Het legertje van 2.000 onervaren rekruten doet een prikactie en bezet eind oktober Turnhout. Het Oostenrijks leger van 2.500 beroepssoldaten wacht niet op versterking, botst op barricades en verwacht niet dat uit de ramen geschoten wordt. De meeste soldaten zijn ook Nederlanders en na een paar uur trekken de ‘Oostenrijkse soldaten’ zich terug. De slag kost het leven aan ongeveer 200 mannen. Vander Mersch durft geen confrontatie in open veld aan en trekt zich terug naar Breda.

Een ander patriottisch legertje van 1.500 mannen marcheert naar Gent, maar als de bevelhebber de 5.000 Oostenrijkse soldaten ziet, slaat hij op de vlucht. Een kapitein neemt het bevel over, valt aan en verovert een stukje van de stad. De keizerlijke soldaten profiteren van de situatie om massaal te plunderen en te verkrachten. Stadsbestuur en burgerij scharen zich aan de zijde van de patriotten. Na drie dagen is de stad van hen en overal in de kleine garnizoenen in de graafschappen Vlaanderen en Henegouwen deserteren de ‘Oostenrijkse soldaten’. In Brussel beginnen zware onlusten en het gerucht dat de Nederlanders op komst zijn, volstaat voor de keizerlijke administratie om op de loop te gaan. Juist voor Kerstmis zijn al de vorstendommen vrij op uitzondering van het keizersgetrouwe hertogdom Luxemburg. Eén na één verklaren ze zich onafhankelijk.

Een zuivere confederatie

De Staten-Generaal komen bij elkaar in januari 1790 en sluiten het “Tractaet van Vereeninge”. De Verenigde Nederlandse Staten worden een zuivere confederatie. De soevereiniteit hoort bij de afzonderlijke Staten zoals in de Republiek, al is Holland daar in feite de baas. Er is wel een gemeenschappelijke vlag: zwart, rood, geel (horizontaal en niet verticaal). Uit de jonge Verenigde Staten van Amerika kopieert men het begrip van een congres dat over gemeenschappelijke zaken praat. In feite bestaat dat Nederlands Congres uit leden van de Staten-Generaal. Alles gebeurt zeer vlug en niet in het openbaar, want de edelen, hogere geestelijkheid, grootgrondbezitters en hogere burgerij in de Staten willen vermijden dat hun democratischer medestanders een echt parlement met nationale bevoegdheden bijeenroepen en een cijnskiesrecht installeren zoals gebeurd is in Frankrijk.

Het congres vindt dat de confederale Nederlanden het kunnen stellen met één minister voor alles en nog wat (Hendrik Van der Noot) en een staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken (de Antwerpse zeer conservatieve kanunnik Van Eupen). Alle hervormingen van Jozef worden uiteraard teruggedraaid en de katholieke kerk behoudt haar monopolie en haar voorrechten (de kerkelijke tienden). De kardinaal veroordeelt iedereen die een scheiding van kerk en staat wil. Dat is allemaal tegen het zere been van de buitenspel gezette handelaars, nijveraars en advocaten. Maar die worden op hun beurt verafschuwd en grof geïntimideerd door de traditionele stedelijke ambachten en gilden omdat de nieuwe burgerij de monopolies van de ambachten wil afschaffen. Overal regent het protesten en incidenten.

De worm van de verdeeldheid zit dus direct in de staat. Een deel van het leger weigert zelfs de eed van trouw aan de Staten af te leggen. Het buitenland kijkt met wantrouwen en vreest dat Frankrijk die nieuwe en zwakke staat wil opslokken. In februari 1790 sterft keizer Jozef en broer Leopold doet onmiddellijk een verzoeningsvoorstel. Hij wil zelfs een nationaal parlement met echte bevoegdheden toestaan; reden te meer voor Van der Noot, Van Eupen en de Statisten om te weigeren. Overal grijpen de Staten in om de eigen vernieuwers te arresteren of op de vlucht naar Frankrijk te jagen. De machthebbers profiteren ervan belastingen te heffen waar ze zelf van vrijgesteld zijn. Vooral het platteland moet betalen en op verschillende plaatsen komen duizenden boeren (vooral in Zuid-West-Vlaanderen) in opstand en eisen de terugkeer van de keizer. Met geweld en de nodige terechtstellingen wordt de revolte neergeslagen.

De Statisten krijgen hun zin

In Frankrijk wordt de revolutie steeds radicaler. Pruisen is niet langer de grote steun van de Nederlanden. Het verzoent zich met Oostenrijk om het Franse gevaar aan te pakken. In november valt het Oostenrijks leger de Nederlanden binnen. Het confederale leger heeft geen geld en gaat overal op de loop. Op twee weken tijd is alles voorbij. Van der Noot en Van Eupen vluchten naar de Republiek, maar keizer Leopold herstelt gul het hele ancien régime en doet er nog wat voorrechten bij. In de realiteit krijgen de Statisten alles wat ze maar wilden, amnestie inbegrepen. De democraten voelen zich bekocht en beginnen samen te zweren met de Fransen. Die verklaren Oostenrijk de oorlog, bezetten de Nederlanden en denken eraan ze te annexeren (de oude droom van Lodewijk XIV) en leeg te roven. Maar in 1794 verslaan de Oostenrijkers de Fransen en herstellen de Nederlanden. Zelfs een nieuwe keizer Franz (latere schoonvader van Bonaparte) verschijnt in Brussel en legt als laatste hertog van Brabant de eed af. Eens in Wenen terug schrijft hij een brief die als een bom inslaat. De Nederlanden moeten zelf voor hun defensie instaan en doen ze dat niet, even goede vrienden, maar dan moet hij hen niet meer. Een uniek voorbeeld van een vorst die zijn burgers verstoot in plaats van omgekeerd.

Drie maanden later staan de Fransen er weer en deze keer voor een bezetting die 20 jaar duurt. Begin 1814 moet de verslagen Bonaparte zich op Frankrijk terugtrekken. Hij mag zijn troon behouden van de geallieerden als hij de Nederlanden opgeeft. Hij weigert en de invasie van Frankrijk begint. Heintje Van der Noot schrijft een pamflet waarin hij – de tegenstander van Jozef II – pleit voor een terugkeer van de Oostenrijkse keizer. Een Nederlandse delegatie zoekt keizer Franz op in Frankrijk, maar die heeft al een akkoord met het Verenigd Koninkrijk. Hij heeft geen zin in die Nederlanden waar hij welkom is bij de elite, maar niets te zeggen heeft. Hij krijgt Lombardije en Veneto die aan Oostenrijk grenzen en waar hij helemaal niet welkom is. De vroegere Verenigde Nederlandse Staten worden in 1830 dank zij de Fransen en Willem I een unitaire Franstalige staat die zelfs zijn naam verliest aan de vroegere Republiek.

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Alle nieuws voor binnenland opgevolgd door de PAL NWS redactie.

Plaats een reactie

Delen