Uncategorized

Het veto van grootvader

Gille Van Binst

Drie dagen op rij rellen en plunderingen na de strenge avondklok in Nederland. Ik hoorde het op de radio. Dat had ik niet verwacht van onze Noorderburen.

Ik ben geen held, maar ook geen broekschijter, maar nu krijg ik toch een beetje schrik. Alle dagen loopt er iets mis met onze strijd tegen het gehate virus en beloften worden niet nagekomen. Sommige zwartkijkers zijn ervan overtuigd dat het nooit meer goed komt. De derde golf is op komst. De helft van de betogers weet niet eens waarover het gaat, zij willen alleen maar plunderen. Scholen gaan dicht, de coronacijfers zijn slecht. En dan wordt ook het amateurvoetbal nog eens stopgezet.

FC Peutie

De meeste jonge spelers beginnen hun loopbaan bij de plaatselijke club. Voor mij was dat: FC Peutie. De club waar je begon te ‘sjotten’, vergeet je nooit!

Mijn kinderdroom was niet om later piloot, brandweerman of profvoetballer te worden, zoals veel van mijn 12-jarige leeftijdsgenoten. Ik had andere plannen. Mijn vader had zoals iedereen in die tijd een appartement gekocht in Oostende. Mijn keuze was beperkt: mee naar de kust met mijn ouders, of voetballen met FC Peutie.

Mijn schooltijd bracht ik door aan het atheneum van Vilvoorde. Mijn klasgenoten waren allemaal basketbalfanaten. Het was de glorieperiode van Bavi Vilvoorde, dat toen in eerste klasse speelde. Al mijn vrienden waren aangesloten bij die club. Toen ik aan mijn grootvader, ondertussen de voorzitter van FC Peutie, mijn basketplannen bekend maakte, stelde hij zijn veto. Eerst werd ik onterfd en daarna mocht ik kiezen, naar de kust met mijn ouders of FC Peutie…

Het kwam bijna nog goed. Peutie had maar zeven jeugdspelers. Het kon dus geen ploeg op de been brengen. Maar het noodlot sloeg toe. Ik werd voor een jaar uitgeleend aan FC Vilvoorde, dat nog in vierde nationale speelde. Ik was tevreden, want er was een douche in de kleedkamer, een groot verschil met FC Peutie waar we ons met een emmer water moesten behelpen.

Vijf doelpunten

Een van de eerste matchen speelden we met Vilvoorde tegen Anderlecht D. We wonnen met 7-0. Ik scoorde vijf doelpunten. Vanaf dan werd ik door Anderlecht in het oog gehouden, maar het was Beerschot dat mij als eerste contacteerde. Ik wilde het liefst naar Antwerpen, maar mijn grootvader stelde zijn veto. Ik kon kiezen tussen  Anderlecht of Anderlecht. In 1965, ik was toen 14, werd ik speler van RSC Anderlecht. Ik bleef er uiteindelijk 15 jaar.

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Deze Vlaams-Brabander heeft meer dan 10 seizoenen RSC Anderlecht op de teller, maar kende ook rijkgevulde jaren bij Club Brugge en Toulouse. Een trofeekast met nationale en internationale prijzen, nooit verlegen om een straf verhaal en vandaag een pen zo scherp als diens rechterbeen in de jaren '70.

Plaats een reactie

Delen