De afgelopen zes jaar is het aandeel van inwoners van buitenlandse herkomst in Vlaanderen met 4,6 procent toegenomen, tot bijna een kwart van de bevolking. Dat schrijft De Morgen op basis van een antwoord van Vlaams minister Bart Somers (Open Vld) op een vraag van Parlementslid en partijgenoot Mercedes Van Volcem.
Onder ‘buitenlandse herkomst’ verstaat men: in het Vlaamse Gewest inschreven inwoners zonder Belgische nationaliteit, mensen met een andere nationaliteit voor men de Belgische kreeg of mensen waarvan minstens een ouder onder die categorieën valt. 1.555.662 van de inwoners van Vlaanderen voldoet aan die criteria, oftewel 23,5 procent van de bevolking. Dat is een stijging van 4,6 procent tegenover 2014, toen 1.213.464 – oftewel 18,9 procent – van de bevolking van buitenlandse herkomst was.
Limburg heeft grootste aandeel inwoners van buitenlandse herkomst
In twee van de Vlaamse centrumsteden is meer dan de helft van de inwoners van buitenlandse herkomst: Genk – met 58 procent – en Antwerpen – met 52,6 procent. Op de derde plaats komt Gent met 35,7 procent. Daarna volgen Turnhout – 35 procent, Leuven – 34,8 procent, Mechelen – 34,7 procent, Sint-Niklaas – 29,9 procent, Oostende – 24,9 procent, Aalst – 24,2 procent, Hasselt – 22,7 procent, Kortrijk – 21,0 procent, Roeselare – 18,1 procent – en Brugge met 15,3 procent. Grootste stijgers zijn Turnhout, Sint-Niklaas en Roeselare.
Op provinciaal niveau heeft Limburg het grootste aandeel inwoners van buitenlandse herkomst, met 29,1 procent. Antwerpen volgt met 28,7 procent. Daarna volgen Vlaams-Brabant – 27,3 procent, Oost-Vlaanderen – 18 procent en West-Vlaanderen met 13,1 procent. Grootste stijger is Vlaams Brabant.