De Nederlandse regering mocht wel degelijk gebruik maken van een noodwet om de omstreden avondklok in te voeren. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag belist. De avondklok werd op 23 januari ingevoerd maar vorige week besliste een rechtbank, na een klacht van actiegroep Viruswaarheid, dat de maatregel moest worden opgeheven.
Actiegroep Viruswaarheid kreeg vorige dinsdag van de rechtbank gelijk in een door hen aangespannen kortgeding tegen de Nederlandse staat. Volgens de actiegroep was de avondklok onrechtmatig ingevoerd. De rechter oordeelde dat de avondklok “een verregaande inbreuk op het recht op bewegingsvrijheid en de persoonlijke levenssfeer” maakte. De staat ging in hoger beroep tegen die uitspraak en krijgt nu van de rechtbank ook gelijk.
“Maatregel is proportioneel”
Het gerechtshof oordeelt nu dat er wel degelijk sprake is van buitengewone omstandigheden die het invoeren van de avondklok mogelijk maken. “De coronapandemie is hiervoor voldoende aanleiding”, meent het hof. De maatregel is ook proportioneel, aldus nog het hof, omdat “andere middelen redelijkerwijs niet voorhanden zijn“.
Sinds het invoeren van de avondklok kregen al 39.000 mensen een boete. De uitspraak van het gerechtshof kan voor hen grote gevolgen hebben. Het Openbaar Ministerie had eerst gezegd dat de boetes, na de eerste uitspraak van de rechtbank, waren opgeschort. Die opschorting verdwijnt nu. Een groot deel van de boetes, zo’n 30.000, moeten nog door het OM beoordeeld worden.
Tegenstanders van de avondklok kunnen tegen de uitspraak nog in cassatie gaan bij de Hoge Raad.