25 gezinnen moeten sociale woning in Lier verlaten omdat ze eigendommen hebben in buitenland

Onrust in de Turkse gemeenschap in Lier. Uit onderzoek is gebleken dat 25 gezinnen van buitenlandse origine hun sociale woning worden uitgezet omdat ze ook eigendommen hebben in het buitenland. Velen van hen zijn Turken.

Wie een sociale woning ter beschikking krijgt van de Belgische overheid, mag uiteraard zelf geen vastgoed bezitten. Niet in België, maar ook niet in het buitenland. Het stadsbestuur van Lier vermoedde dat er mensen in overtreding waren met die wetgeving en liet een onderzoek starten. Met succes, want ongeveer de helft van de namen die onderzocht werden bleken inderdaad een vermogen te hebben in het buitenland.

De exacte cijfers zijn niet gekend, maar bij de meeste gevallen zou het gaan om Turkse families die vastgoed bezitten in hun land van herkomst. Zij worden nu uit hun sociale woning gezet en moeten boetes tot 35.000 euro betalen, wat naar verluidt voor veel commotie zorgt in de Turkse gemeenschap in Lier. “Wij hebben als huisvestingsmaatschappij de betrokken huurders verwittigd”, klinkt het. “Wij hebben hen in augustus al een brief gestuurd met daarin de boodschap dat we een onderzoek zouden voeren én met het voorstel voor een minnelijke schikking. Geen enkele huurder is daarop ingegaan.”

Onderzoek in heel Vlaanderen

Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) zet het licht op groen voor buitenlands eigendomsonderzoek in héél Vlaanderen. Alle Vlaamse sociale verhuurders kunnen vanaf medio maart een beroep doen op de raamovereenkomst die de Vlaamse Overheid ter beschikking stelt.

“Sociale verhuurders kunnen hiermee een onderzoek starten naar sociale huurders waarvan ze vermoeden dat ze een eigendom in het buitenland bezitten, en dus geen recht hebben op een sociale woning”, laat minister Diependaele weten. “We voorzien hiervoor een jaarlijks budget van 5 miljoen euro om de financiële drempels voor de sociale verhuurders weg te werken. Vlaanderen heeft elke sociale woning nodigen die moeten gaan naar mensen die het daadwerkelijk nodig hebben.”