Van alle 2.737 personeelsleden van de FOD Financiën in het ambtsgebied Brussel, is maar liefst 56 procent Franstalig. Nauwelijks vier op tien van die Franstalige ambtenaren is in het bezit van de nodige taalbrevetten. “Ontluisterend”, oordeelt fractievoorzitter in de Kamer Barbara Pas (Vlaams Belang), die de cijfers opvroeg bij minister van Financiën Van Peteghem (CD&V). Van Petegehem zegt dat de FOD Financiën al het mogelijke doet om die medewerkers het taalbrevet te laten halen.
In totaal werken er 2.737 mensen voor de FOD Financiën – ambtsgebied Brussel. Daarvan zijn er 1.544 (56 procent) Franstalig, en 1.193 (44 procent) Nederlandstalig. Van de 1.544 Franstalige personeelsleden beschikken er amper 629 (41 procent)over het nodige certificaat dat de kennis van de tweede landstaal bewijst. Van de 1.193 Nederlandstalige personeelsleden beschikken er 847 (71 procent) over dat certificaat.
Van Peteghem: “Personeelsleden aanmoedigen zich in te schrijven voor de taalopleidingen”
Minister Van Peteghem antwoordt aan Pas: “De FOD Financiën wil al het mogelijke doen om ervoor te zorgen dat hun medewerkers de taalbrevetten, nodig bij het uitoefenen van hun functie, kunnen behalen. Daarom zal de FOD Financiën haar personeelsleden aanmoedigen om zich in te schrijven voor de taalopleidingen aangeboden door het OFO. De FOD Financiën beschikt eveneens over interne taalprofessoren, die de personeelsleden bijstaan bij het bijschaven van één van onze landstalen. Dit alles met het oog op een hogere klanttevredenheid en het respecteren van de taalwetgeving.”
“Dit is eens te meer een bewijs dat de overheid de taalwetten in dit land zelf steevast met de voeten treedt – en dit keer op keer in het nadeel van de Vlamingen”, zegt Barbara Pas, die het antwoord van Van Peteghem ‘ontluisterend’ noemt.
“In zijn antwoord stelt de minister namelijk dat de FOD Financiën al het mogelijke doet om ervoor te zorgen dat medewerkers de vereiste taalbrevetten zouden halen, om zo de taalwet te respecteren. Wanneer we echter vaststellen dat het overgrote deel van de Franstalige personeelsleden niet tweetalig is, dan is deze uitspraak van de minister niets meer of niets minder dan het regelrecht uitlachen van de Vlamingen in dit land”, zo besluit Pas.
Anno 2021 is het Vlaams Belang de laatste en enige partij die waakt over de burger- en taalrechten van de Vlamingen. Dat siert hen uiteraard. De overige Nederlandstalige partijen laten hun kiezers in de steek en plegen liever schuldig verzuim. Zijn de gedupeerde kiezers van die partijen soms masochisten door te stemmen voor francofiele partijen in Vlaanderen. Van de liberalen, notoire franskiljonse snobs, tot daar toe. Maar de onverschilligheid, of is het gebrek aan politieke moed, van N-VA vind ik stuitend.