Wat Marx niet wilde zien
Uncategorized

Wat Marx niet wilde zien

Marc Joris

Toen Marx zijn filosofische Spielereien neerschreef, was de toestand in West-Europa verschrikkelijk, maar niet hopeloos. Het ging niet van kwaad naar erger. Integendeel.

In 1851 bedroeg de levensverwachting voor mannen in Engeland en Wales 39,9 jaar, voor vrouwen 41,9 jaar. In 1910 was dat gestegen tot respectievelijk 51,5 jaar 55,4 jaar. Dat was vooral te danken aan het terugdringen van de kindersterfte, door betere woningen, betere rioleringen, betere medische zorgen, vaccinaties, betere voeding, die ook steeds toegankelijker werden voor de mensen uit de lagere klassen. In heel die periode was er een enorme binnenlandse migratie van het platteland naar de industriesteden. Dat wijst erop dat de armoede en vooral de uitzichtloosheid nog erger waren op het platteland. Het idyllische beeld dat wij daarvan hebben is volledig verkeerd. Het leven daar toen moet nog harder zijn geweest dan in de fabrieken.

Gelijkaardige verschijnselen

In de twintigste eeuw zagen we hetzelfde verschijnsel in Indië, Egypte, Latijns-Amerika en sommige Afrikaanse landen. De armoede die we in de sloppenwijken van de grootsteden zien, is geconcentreerd en in al haar afstotelijkheid heel zichtbaar. Maar de diepere oorzaken ervan, die maken dat zelfs die slums steeds nieuwe mensen aantrekken, zit in de vele kleine dorpen en gehuchten, waar het bestaan nog troostelozer is. Was kinderarbeid een uitvloeisel van het kapitalisme of de industrialisering? Helemaal niet. Het leek toen een onvermijdelijke en vanzelfsprekende voortzetting van de kinderarbeid die voor zover wij weten altijd al had bestaan, in alle boerengemeenschappen. Wat natuurlijk geen excuus is om een wantoestand te laten voortbestaan.

Foutief denkbeeld

Werd de uitbuiting steeds erger? Werd de bourgeoisie steeds wreder en brutaler tegenover de arbeiders, zodat dat het wel tot een revolutionaire uitbarsting moest komen, zoals Marx beweerde? Nee, ook dat beeld is foutief. Ook vanuit de burgerij en de “bezittende klassen” werden vele initiatieven genomen om het lot van de arbeiders te verbeteren.

In zijn boek “La grande Parade” geeft Jean-François Revel enkele voorbeelden uit Frankrijk. In tegenstelling tot wat de marxistische pseudogeschiedschrijving beweert, waren het liberale politici die in Frankrijk als eersten “la question sociale” rationeel probeerden te beantwoorden en die verschillende wetten opstelden die als de fundamenten van de moderne sociale wetgeving beschouwd worden. Het was de liberaal François Guizot, die als minister van koning Louis-Philippe in 1841 de eerste wet liet stemmen om kinderarbeid in de fabrieken aan banden te leggen. Nee, het was nog geen afschaffing. Zo snel gaat het helaas nooit. Maar het was wel de noodzakelijke eerste stap.

De econoom Frédéric Bastiat die men nu een fanatieke, donkerblauwe ultraliberaal zou noemen, was de eerste in de Franse geschiedenis die als verkozene in de Wetgevende Vergadering pleitte voor de erkenning van het stakingsrecht. Het was de liberaal Émile Olliver die in 1864 keizer Napoleon III ervan overtuigde de wet af te schaffen die arbeiders verbood verenigingen op te richten om hun gezamenlijke belangen te verdedigen. Daarmee effende hij de weg voor de oprichting van vakbonden. De liberaal Pierre Waldek-Rousseau liet in 1884, onder de Derde Republiek, een wet stemmen die de vakbonden rechtspersoonlijkheid verleende.

Liberaal bedrog

Leid hieruit niet af dat ik in politiek opzicht een liberaal ben. Ik geloof in de vrijemarkteconomie en in de verdediging van de vrijheid van het burger tegen de bemoeizucht en de roofzucht van het “kilste van alle monsters” – de staat dus. Maar ik kan mij niet voorstellen dat ik ooit op een liberale partij zou stemmen. In de negentiende eeuw zou ik in Vlaanderen waarschijnlijk een Daensist zijn geweest. Alle liberale partijen in West-Europa hebben hun principes verloochend. Ze hebben soms onbewust een heleboel marxistische onzin meegenomen in hun politiek correcte bagage. Bovendien verafschuw ik hun ethisch nihilisme en hun antichristelijke drijverijen. Ik neem deze opsomming van Revel over om aan te tonen hoe idioot het klassendenken van de marxisten is.

De grenzen tussen asociale uitbuiters, dieven en profiteurs enerzijds en sociaal bewogen idealisten anderzijds lopen door alle klassen, rangen en standen heen. Hoe mensen denken en voelen, hangt niet alleen af van hun maatschappelijke positie en hun financiële macht, maar ook van hun opvoeding, hun religieuze en ethische beginselen en hun karakter. Er zijn rijke altruïsten en er zijn slaven die tirannen zouden zijn als ze de kans kregen. Het marxistische denken is angstwekkend en gevaarlijk eendimensionaal. Alles wordt verklaard vanuit economische drijfveren. Zoals bij Freud alles seksueel wordt geïnterpreteerd, en bij Hitler, de Ku Klux Klan en de Black Panthers alles raciaal is. Maar echte mensen zijn veel complexer.

Sociale hervormingen

De noodzakelijke sociale hervormingen die een einde maakten aan de wanstanden uit de beginperiode van de Industriële Revolutie zijn er niet gekomen dank zij het marxisme, maar dank zij wetgeving die door de burgerij werd opgesteld en goedgekeurd, en later dank zij het algemeen enkelvoudig stemrecht. De democratie heeft de arbeiders gered, niet de dictatuur van het proletariaat. Als het marxisme daar indirect invloed op heeft uitgeoefend, dan was het hoogstens indirect, omdat men een nieuw bloedbad à la de Franse Revolutie vreesde. Niet omdat men overtuigd was de mooie luchtkastelen die Marx de mensheid had voorgespiegeld.

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Marc Joris bezit een groot rechtvaardigheidsgevoel en is gespecialiseerd in geschiedenis, islam en het communisme. Gezien de treffende uiterlijke gelijkenis verzorgt hij voor PAL NWS de rubriek de Anti-Marx.

2 gedachten over “Wat Marx niet wilde zien”

  1. De kinderarbeid ten tijde van Daens wordt in het artikel beschreven als een wantoestand. Hierbij wordt voorbijgegaan aan het feit dat vele kinderen toen enkel de keuze hadden tussen kinderarbeid of criminaliteit/prostitutie/emigratie:hongerdood. Kinderarbeid werd uiteindelijk en gelukkig afgeschaft door het kapitalisme en de vrije markt.

  2. Marx was een zieke geest die er alles aan deed om de verantwoording van eigen slecht leven bij een ander te leggen. Marx vroeg herhaaldelijk burgerschap aan in de rijkste landen van Europa, hij leefde enkel in de mooiste steden van de wereld. Wenen, Brussel, Londen en Parijs. Dat waren de steden waar hij wilde wonen. De mooiste steden met de meest klassieke, verzorgde architectuur. Hij trouwde met een steenrijke vrouw. De enige persoon wie hij bevriende was ook steenrijk, Friedrich Engels. Hij zelf werd geboren in het geld. Zijn familie was steenrijk. De reden waarom Karl Marx arm leefde, is omdat hij weigerde zijn legerdienst te doen in het Pruissense leger. Dat was niet nodig voor de armeren en zwakkeren.

Plaats een reactie

Delen