"Marc Van Ranst presteerde het om te twitteren dat in Brazilië rampen gebeurden, maar dat de grondwet toch nageleefd werd"

Michael Verstraeten, voorzitter vzw Viruswaanzin (inzet) en Marc Van Ranst (PhotoNews). ©KL PALNWS

Uncategorized

“Marc Van Ranst twitterde dat in Brazilië rampen gebeurden, maar dat de grondwet toch nageleefd werd”

Gastauteur

Michael Verstraeten is advocaat en voorzitter van de vzw Viruswaanzin. Hij is een van de velen die de voorbije maanden ook via juridische weg scherpe kritiek uitoefende op de “‘onwettelijkheid van de coronamaatregelen”. Niet enkel Verstraeten toonde zich kritisch. De Kortrijkse correctionele rechtbank die zich in graad van beroep uitsprak tegen ‘coronavonnissen’ door de politierechtbank uitgesproken wees straffen voor inbreuken tegen de coronamaatregelen in graad van beroep af. In dit opiniestuk pleit Verstraeten voor rechtszekerheid.

De Belgische en Vlaamse regering hebben het land in een chaos gestort. Ja. Ook de Vlaamse regering die vrolijk de coronamaatregelen mee heeft helpen realiseren, onwettig of niet. Her en der komt deze chaos nu aan de oppervlakte.  De Kortrijkse correctionele rechtbank wijst straffen voor inbreuken tegen de coronamaatregelen in graad van beroep af. Een aantal andere vonnissen gingen in dezelfde richting.  Wat juristen “de rechtszekerheid” noemen, wordt hierdoor fundamenteel ondergraven.  

“Iedereen is geacht de wet te kennen”

Wat is dat dan, die rechtszekerheid?  Het principe van de democratische rechtsstaat is dat iedereen geacht is de wet te kennen.  In het Latijn geeft men dat weer met een dubbele negatie: niemand is geacht de wet niet te kennen. U bent dus verondersteld om alle dagen het staatsblad te lezen en u de wetten, KB’s en de andere decreten en besluiten die ons land heeft gecreëerd, eigen te maken. Zeer realistisch is dat niet. Het is een zowat onbegonnen werken om de duizenden pagina’s wetgeving per jaar alleen maar door te nemen.  Het principe is eerder vanuit praktisch vlak van nut. Omdat iedereen geacht wordt de wet te kennen, geldt het niet als een excuus om voor de rechter te zeggen dat u de wet niet kent. Zo simpel is dat. 

Nu wil het geval dat wat corona betreft, de magistraten maandenlang onduidelijk zijn geweest. Tegengestelde beslissingen, maandenlange wachttijden, argumenten van juristen die zedelijk werden onbeantwoord gelaten. Alles met een duidelijke ondertoon van angst om de regering stokken in de wielen te steken en daardoor de zwarte piet te krijgen voor een pak doden. Tot en met een hof van beroep dat schreef dat de rechter van gedacht kan veranderen, een scheldende voorzitter in kortgeding in Brussel, en de raad van state die maandenlang rond de hete brij heeft gedanst om finaal te zeggen dat er nog een beslissing moet worden genomen.  Door cassatie, het grondwettelijk hof, of de finale rechtspraak van de raad van state zelf. 

De wet moet duidelijk zijn, de maatregelen ‘voorspelbaar’

Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Te zacht willen zijn voor de regering zet de deur open voor rechteloosheid. U en ik moeten de wet naleven en als we dat niet doen dan worden we gestraft.  Tot en met politiegeweld omdat we de regels niet naleven.  Maar welke regels dan wel?  Als de magistraten het al niet weten, wat verwacht men dan van de burger?  

Inzake corona ligt het probleem nog scherper. De maatregelen beperken de mensenrechten. Het Europees verdrag voor de rechten van de mens vereist daarvoor een wettelijke bepaling die deze beperking toelaat. De tussenkomst van het parlement dus.  Enkel de wetgever kan mensenrechten in uitzonderlijke omstandigheden beperken. 

De regering mag weliswaar de wettelijke bepalingen meer in detail uitwerken. Maar de wet moet voldoende duidelijk zijn, precies, en de uiteindelijke maatregelen moeten voorspelbaar kunnen afgeleid worden uit de wet. Een voorbeeld. Als de wet voorziet dat aan de mensen kan worden opgelegd om beschermende kledij te dragen, dan kan de regering dat toepassen onder de vorm van een mondmasker, een faceshield, een beschermende schort of een paar laarzen. Dat is voorspelbaar. 

De opmerkelijke ‘bocht’ van de Raad van State

De hete brij waarrond de Raad van State nu al maanden danst is dat de wetten die zouden moeten de maatregelen voorspelbaar maken in ons land, dat hoegenaamd niet doen. De wet op de civiele veiligheid laat toe om mensen te verwijderen van een plaats of op te vorderen. De wet op het politieambt en het decreet lokaal bestuur laat politiemaatregelen toe in het algemeen, ook tegen een epidemie.

Wat dat dan moet inhouden is niet precies bepaald. Voor maatregelen die de mensenrechten niet beperken, bijvoorbeeld een politieman die u vraagt door te rijden, is dat geen probleem. Maar voor de beperking van mensenrechten dus wel. Het valt immers niet te voorspellen welke maatregelen zullen worden genomen op basis van de algemene bevoegdheid maatregelen van bestuurlijke politie te nemen. De regering kan om het even wat doen. Dat is precies wat het mensenrechtenverdrag niet toelaat.

De raad van state heeft dat probleem proberen op te lossen door een wel zeer opmerkelijke bocht. Volgens de raad zijn de maatregelen op vandaag niets anders dan modaliteiten van de verplichting om zich van een plaats te verwijderen. Qui peut le plus, peut le moins – mijn excuus voor mijn slecht Chinees. Als de regering iemand kan bevelen om een plaats te verlaten, dan kan de regering ook de voorwaarden opleggen om toch te mogen blijven. De kern van het probleem is dat deze modaliteiten op zich totaal onvoorspelbaar zijn.  

In de redenering van de raad van state kan de regering morgen beslissen om ons allemaal op één been te doen dansen.  De willekeur van de modaliteiten is ingebakken in de adviezen van de raad van state.  Dit is niet wat is vereist om mensenrechten te beperken. 

Politiemensen die geweld gebruiken om onwettigheden af te dwingen zijn persoonlijk strafbaar

Eenzelfde principe geldt in het strafrecht.  Een gedraging is maar strafbaar als zij haar grondslag vindt in een duidelijke wet.  Niet in een amalgaam waarin de hoogste magistraten zelfs geen zekerheid terugvinden.  Stel u voor dat we morgen een rechtbank krijgen die moet vaststellen dat moord op het eerst gezicht wel strafbaar is, maar dat die strafbaarheid discutabel is.  Zoals het Brussels hof van beroep dat schreef over de corona-maatregelen.  Voelt u zich dan nog veilig? 

Als de mondmaskers niet verplicht zijn omdat er geen wettelijke grondslag voor is, dan is er het verbod op gezichtsbedekkende kledij.  Wat moet de modale Belg die geacht wordt de wet te kennen dan doen?   Het één of het ander?  Wel, dat is rechtsonzekerheid.  De wet is niet voorspelbaar toepasbaar.  U weet eigenlijk niet meer wat u moet doen.  Het land verkeert in chaos.  Die chaos is verregaand.  Politiemensen die geweld gebruiken voor het afdwingen van onwettigheden, zijn persoonlijk strafbaar voor dat geweld.  Een aantal politiemensen is zich hiervan bewust en worstelt met dat probleem. 

Deze hele chaotische poespas is het gevolg van één politieke keuze: alles wijkt voor de eenheidsvisie op de bestrijding van het virus.   De collaterale doden?  Niet belangrijk. “Dat is onze focus niet”, zeiden de virologen. De economische schade?  Niet belangrijk.  We drukken geld bij.  De grondwet en de mensenrechten?   Niet belangrijk. Het virus stopt niet voor de grondwet. Voor de Chinezen kan dat, de mensenrechten opzij zetten, het eenheidsdenken met indoctrinatie doorduwen en de mensen “opvoeden” om dat allemaal goed te vinden. In een Westerse samenleving werkt dat ontwrichtend.

Minachting van virologen voor mensenrechten en grondwet

De minachting voor de mensenrechten en de grondwet druipen af van de verklaringen van de virologen.  Marc Van Ranst presteerde het om in zijn schampere stijl te twitteren dat er in Brazilië rampen gebeurden, maar dat de grondwet toch nageleefd werd.  Terwijl het aantal doden in Brazilië een stuk lager lag dan in België in vergelijking met het bevolkingsaantal.  Wie de verslagen van de GEES, GEMS en CELEVAL leest vindt daarin alles samen amper één pagina over mensenrechten.  Vooral dan over de schending van de privacy.  Want daarover hebben we een waakhond in de persoon van de privacycommissie. Alle andere mensenrechten zijn volstrekt onbelangrijk. 

Bij herhaling hebben onze virologen dat wat ze voorgesteld hebben een “experiment” genoemd.  Margo Cloet van Zorgnet Icuro vatte het krachtig als volgt samen in “De Afspraak”: “We zijn de proefkonijnen van de maatregelen en we zijn de proefkonijnen van de vaccinaties”.    

Een experiment dat de proefkonijnen in een juridische chaos heeft gegooid.

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




2 gedachten over ““Marc Van Ranst twitterde dat in Brazilië rampen gebeurden, maar dat de grondwet toch nageleefd werd””

  1. Ik ben niet juridisch onderlegd, maar heb de afgelopen maanden het discours van Meester Verstraeten mee gevolgd.
    Je moet geen jurist zijn om gezien te hebben dat er aangaande de corona maatregelen serieus wat str*nt aan de knikker was/is.
    Uiteraard lees ik als laaggeschoolde burger het staatsblad nooit. Ik dacht zelfs dat het niet in (elke/de) krantenwinkel te koop is/was en dat je er een abonnement moest op hebben, (vroeger althans toch).
    Meester Verstraeten is advocaat, een jurist met ervaring. En zelf hij en enkele van zijn confraters konden geen verandering in de werking van de waanzinnige corona maatregelen bewerkstelligen.
    Dat is niet de fout van Meester Verstaeten en zijn confraters, maar pure moedwil van politiek benoemde (t)rechters die hun benoeming, en dik belegde boterham niet aan hun neus willen zien voorbij gaan.
    Kijk naar de 4 van Mechelen.
    Maar 1 zaak is (wat mij betreft) zeker: er staan ons nog hallucinante tijden te wachten, juridisch, economisch, en politiek.

Plaats een reactie

Delen