Opnieuw mogelijke verkrachting van jonge vrouw in Overpoortstraat

In de nacht van vrijdag op zaterdag zou zich in een Gents café opnieuw een verkrachting hebben voorgedaan. Dat meldt Het Laatste Nieuws. Het is niet de eerste keer dat dergelijke feiten zich voordoen in de Overpoortstraat en sinds de coronacrisis lijkt de situatie enkel erger te worden.

De nieuwe feiten deden zich voor in de toiletten van café Elixir in de Overpoortstraat. Daar zou het 18-jarige meisje zaterdagmorgen zijn aangerand, waarna ze omstreeks 6 uur ‘s morgens door de politie werd gevonden voor de Albert Heijn. Ze was op dat moment erg overstuur en vertelde aan de agenten dat ze enkele uren eerder was verkracht. Hierna werd ze naar het Zorgcentrum voor Seksueel Geweld gebracht voor opvang en om sporen te nemen.

In een reactie laat zaakvoerder Maarten Boucquez weten erg geschrokken te zijn van wat er zich in zijn café heeft afgespeeld. “Ik was heel de nacht aanwezig, samen met acht man personeel en een portier. Het meisje heeft niemand aangesproken”, zegt hij. Daarnaast vraagt hij zich af welke voorzorgsmaatregelen dan wel soelaas zouden kunnen bieden. “Er hangen drie camera’s in onze zaak, waarvan één gericht op de goed verlichte toiletten die niet fysiek afgesloten zijn van het café.” Ten slotte merkt hij op dat sinds de coronapandemie de situatie steeds erger wordt. “Het is alle remmen los, alsof alle grenzen vervaagd zijn. Zowel qua alcoholconsumptie als qua gedrag.”

Het is niet voor het eerst dat er zich problemen voordoen in de Overpoortstraat met seksueel geweld. Dit verhaal doet namelijk erg denken aan de feiten van een tijd geleden, waarbij twee jonge mannen werden veroordeeld voor de verkrachting van een meisje in de toiletten van een café in dezelfde buurt. Toen had één van hen alles gefilmd en liep het meisje zelfs een soa op. Het Openbaar Ministerie vorderde toen gevangenisstraffen van 30 en 36 maanden, al kwamen ze er uiteindelijk vanaf met 16 en 20 maanden voorwaardelijk. De rechter oordeelde namelijk dat ze “onbezonnen waren, maar dat er geen sprake was van een louter criminele ingesteldheid”.