De VDAB, de sociale inspectie en de dienst Economische Migratie krijgen extra middelen en personeel toegekend om gevluchte Oekraïners te helpen in hun zoektocht naar werk. Daarnaast moeten de diensten de oorlogsvluchtelingen beschermen tegen uitbuiting. Dat maakt Vlaams minister van Werk en Economie Hilde Crevits (CD&V) dinsdag bekend in een persbericht. Intussen meldden al 154 Oekraïners zich spontaan aan bij de VDAB.
Er zullen tijdelijk 47 extra bemiddelaars aan de slag gaan bij de VDAB, die Oekraïners moeten begeleiden naar een job. Dankzij het statuut van tijdelijk beschermde kunnen die namelijk in theorie onmiddellijk aan de slag.
De bedoeling is om de Oekraïners zo snel mogelijk werkzaam te maken, om op die manier het inburgeringstraject te beperken tot gemiddeld drie in plaats van negen maanden. Elke Oekraïner krijgt in ieder geval een welkomstbrochure in de bus waarin de VDAB wordt voorgesteld. De lokale OCMW’s zullen hen ook richting de VDAB begeleiden.
Uitbuiting voorkomen
Midden maart werd via de VDAB het platform #werkplekvrij gelanceerd. Werkgevers kunnen langs dat kanaal openstaande vacatures voor Oekraïense vluchtelingen melden. Intussen zijn er via dat platform al 2.589 vacatures geplaatst. De VDAB zal voorts ook het meest essentiële aanbod naar het Oekraïens vertalen, zodat de vluchtelingen op de hoogte zijn van hun rechten en plichten.
“Door Oekraïense vluchtelingen die dat willen en kunnen, aan werk te helpen, zorgen we ervoor dat ze sneller financieel onafhankelijk kunnen zijn. Bovendien geeft hen dat ook een netwerk en sociaal contact zodat ze zich hier meer thuis kunnen voelen”, reageert Crevits.
De sociale inspectie werft tenslotte nog tien extra inspecteurs aan, om uitbuiting te voorkomen. Op die manier kunnen er 500 extra controles uitgevoerd worden. Ook de dienst Economische Migratie krijgt twee extra krachten. Zij moeten ervoor zorgen dat Oekraïners die een zelfstandige activiteit willen opstarten, sneller een beroepskaart kunnen verkrijgen.
